TV Amusement

     Het dominerende genre van het Nederlandse tv-amusement 

      is de schuifdeurtelevisie. Het is het vermaak waarmee de  

      ‘leuke’ oom en het ‘getalenteerde’ nichtje de familie ontroert  

      en amuseert op verjaardagsfeestjes. 

      De gelauwerde en gekroonde koning van het genre is Paul  

      de Leeuw. 

      Hij is de leuke oom, de platte boer, de standwerker, de 

      nar, de provocateur, de lolbroek die zijn programma  

      letterlijk tussen de schuifdeuren presenteert. 

      Bij Paul vonkt het van de invallen, creativiteit, passie en  

      drive. Zijn gedrevenheid is naast z’n kracht, misschien ook  

      wel zijn grootste zwakte. De noodzaak die hij zichzelf oplegt  

      om op ongeveer elke reactie van zijn gasten ad rem te  

      reageren is behalve de trampoline die zijn opmerkingen laat  

      stuiteren tussen leedvermaak, gêne en ontwapenende spot,  

      tegelijk de valkuil van botheid, platheid en misplaatstheid.  

      Veel doet het er niet toe. Paul heeft taboes geslecht en met  

      tomeloze energie het televisieamusement opgeschud.  

      Hij heeft zijn lintje verdiend.  

      Niet dat ik als kijker geniet van zijn talent. Ik kan er zelden 

      om lachen en moet vaak denken aan een opmerking van de 

      oude ‘Kraay’. Die zei eens bij een voorstelling in Carré van  

      een artiest die algemeen gezien werd als een groot talent: 

      ’ ..wat kan die man hard werken’

      Dramatisch smakeloos zijn de talloze andere programma’s 

      waar het dédain van de makers voor programma en  

      kandidaten vanaf druipt als rioolwater. 

      Snel in elkaar gerotzooide formats, in goedkope decors of op  

      bestaande locaties met een lullig zetstukje. Programma’s die  

      getoetst worden aan een panel dat vrijwel altijd wordt  

      gerekruteerd uit de grabbelton met de bekende  

      Nederlanders. Een dieptepunt in het genre vond ik de  

      Million Dollar Wedding. Niks tegen Wendy van Dijk.  

      Heerlijke meid, de ideale ‘girl next door’. Liefde en bedrog in  

      de liefde lijken haar vitaliteit te hebben aangescherpt.  

      Verdriet ging over haar heen als Katrina over New Orleans,  

      maar de negatieve energie was haar catharsis. Krachtig en  

      gelouterd vatte zij het tegenstribbelende monster van de  

      showbusiness weer bij de strot.  

      Nu heeft RTL haar opgezouten met een schuifdeurenshow,  

      die perverteert, obsceen is en de laagste gemene deler van  

      het sentiment uitbaat bij de jacht op succes.  

      Over het onvermijdelijke panel zwijg ik maar. Zelden zoveel  

      onbenul in één programma bij elkaar geveegd zien worden. 

      ‘Can’t buy me love’ is ook weer zo’n slecht bij elkaar gejat 

      programma. Van den Ende vertelde in Zomergasten dat  

      tijdens zijn bewind bij Endemol er drie jaar lang op  

      universiteiten werd gezocht naar kader voor zijn bedrijf.  

      Dat getuigde van het inzicht dat opleiding er toe doet. 

      Hij zei ook, dat hij die talenten met universitaire  

      achtergrond nu op allerlei plaatsen weer tegenkomt in  

     managementfuncties bij productiemaatschappijen en  

      omroepen. Dat ze daar deel zijn geworden van een industrie 

      die de trash produceert waar hij zich tegen afzet, toont aan 

      dat marketing en management een veel hogere prioriteit  

      hebben dan creativiteit, smaak, liefde en aandacht voor het  

      programma. 

      Eerlijkheidshalve moet ik daar wel aan toevoegen, dat Joop 

      meerdere malen in onze samenwerking getoond heeft dat  

      hij het programma belangrijker vond dan het behalen van  

      de maximale winst. Die houding lijkt voorbij. 

      Eyeworks, overigens een maatschappij waar van den Ende  

      een belang in heeft, is een typisch voorbeeld van jattelevisie  

      en winstbejag. 

     Oerlemans stapelt shitprogramma’s op elkaar als oom  

     Dagobert Duck gouden dukaten. 

      Het grootste virus dat televisie bedreigt heet ‘beter goed gejat  

      dan slecht bedacht’. De zin wordt met trots uitgesproken. 

      Het stelen van iemand anders’ gedachtegoed steekt men als  

      een creatieve veer in de eigen reet. Men beleefd het als de  

      voltrekking van een slimme geuzendaad. 

      Ik kan er geen enkel respect voor opbrengen. Het is de  

      ultieme uiting van creatieve armoede door niets anders  

      aangejaagd dan misplaatste ijdelheid en hebzucht.  

      Producenten jagen allemaal op dezelfde 10 a 12 procent 

      kijkers van dezelfde soort met dezelfde soort programma’s. 

      Dat zijn er zo’n anderhalf miljoen en echt niet meer. Zet  

      twee gelijksoortige programma’s tegenover elkaar en je zult  

      zien, dat ze samen weer uitkomen op hetzelfde aantal kijkers.  

      Zou er bij die academici van Joop nou niemand zijn die  

      inziet dat 90% meer is dan 10? 


      Bob Rooyens 

      2 september 2008  

      wordt vervolgd.