Dank zij Ger Lugtenburg. programmaleider bij de
Avro, die altijd wel openstond voor ondernemingen
met de geur van kamikaze, zat ik ’s middags om
12 uur, met mijn vaste cameraman Jan Keizer
(o.a. The Legendary Concertgebouw Concert met
Aretha Franklin) en een geluidsman waarvan ik mij
herinner dat hij, voordat hij iets verstond, eerst zijn
hoorapparaat moest aanzetten, in een vliegtuig naar
New York.
Daar wachten, wachten, overstappen en met dank
aan 8 uur tijdsverschil, arriveerden we om een uur
of 6 ’s middags bij het Sahara Hotel waar Boy, die
ons wilde begroeten, vastzat in de draaideur.
We waren redelijk bekaf, maar om 10 uur ’s avonds
draaiden we het eerste concert en twee uur later het
tweede.
Diep in de nacht, (de Duke leefde in een omgekeerd
bioritme), liepen we met draaiende camera de suite
binnen van de jazzlegende.
Boy, onbegrensde fan en bewonderaar van de Duke,
was ‘Himmlisch angehaucht’. Hij plofte neer op het
tweepersoonsbed en liet ons weten dat dit het mooiste
moment van zijn leven was.
In een gesprek met de Duke, vroeg ik hem of het
niet frustrerend was om bijvoorbeeld een stuk als
‘Satin Doll’ altijd maar weer in hetzelfde arrangement
te spelen. Ik liet hem het stuk horen, in een modern
arrangement van Boy.
Zijn antwoord verraste mij: ‘Als ik dit arrangement zou
spelen met mijn band, dan zullen de mensen zeer
teleurgesteld zijn. Op mijn versie, hebben verliefden
elkaar gevonden, zijn huwelijken gesloten, doden
begraven en leven talloze herinneringen. Ik zou dan
moeten concurreren met de’ door mijzelf gecreëerde
“memory that has been hanging over’.
Hij was lovend naar Boy, maar achtte zichzelf verplicht
om vast te houden aan het oude arrangement.
Matthijs van Nieuwkerk niet.
Die wilde na ‘De Wereld draait door’, iets anders.
Een zeer begrijpelijke, maar geen makkelijke keuze.
Matthijs moet concurreren met de ‘herinnering die is
blijven hangen’ van DWDD. Bovendien is zijn
werkkapitaal zijn personality/creativiteit en zijn
gereedschap de taal. Dat verandert niet.
Net als bij DWDD is ook bij ‘Matthijs gaat door’,
de zogenaamde ‘inhoud’ het gesprek, de muziek en
het ‘leuke idee’tje’.
Wat een ‘nieuw’ programma onderscheidend maakt
is de vorm.
De Amerikaanse architect Louis Sullivan, die gezien
wordt als de vader van de Amerikaanse architectuur
introduceerde de regel van de 3 F’s: Form Follows
Function. Dat leidde tot esthetische wansmaak waar
mensen niet gelukkig van werden, zowel wat betreft
de architectuur als in gebruiksvoorwerpen.
Vorm is alles. Vorm is naam of streepjescode op je
schoen en Armani op je kleding.
Vorm: is de ordening van 12 noten, de stapeling van
materialen, de volgorde van beelden, de rangschikking
van letters, het aanbrengen van verf op een doek.
Evenals decor, aankleding, licht, geluid, etc.
De muzikale gasten die ik bij ‘Matthijs gaat door..’
tot nu toe gezien heb, waren ook al eens te gast in
DWDD.
De inhoud was en is: emotie.
Zowel de cognitieve als de lichamelijke component.
Dat is van alle tijden.
Talloze boeken gaan over liefde.
Het is de vorm waarin de schrijver het verhaal
vertelt die het liefdesverhaal onderscheidend
maakt van alle andere liefdesverhalen.
De eerste show opende met een muzikale knal van
jewelste. Vette soul, energie die explodeerde in een
orgie van funk en jazz, muzikanten die niet alleen
bliezen. sloegen en zongen, maar waarvan ook de
lichamen meetrilden in een machtige oerknal.
Briljant omgezet in een dynamische beeldvoering
door regisseur Henk van Engen.
Wauw!
Een overrompelend begin….!
Daarna verkruimelde wel wat van het enthousiasme
door ideetjes, die niet werkten, of (nog) niet doordacht
waren.
Het is uiterst zelden, dat een programmaconcept vanaf
aflevering 1 meteen de goede balans heeft.
Met de muziek zat het wel goed. Redactioneel moest
het programma de balans (de vorm) nog vinden.
Hoe verleidelijk is comedy en tegelijk ook hoe moeilijk.
Leuk zijn zonder response grenst aan het onmogelijke.
Leuk zijn, zonder leuk zijn, is dodelijk.
Maar gelukkig waren er in de aanloop 2 magistrale
reddingsboeien, Joost Prinsen en Andre van Duin.
Het concept oogde voor mij als een moderne versie van
‘Voor de Vuist Weg’, het programma dat ik in een ver
verleden, met Fred Oster als co-producer heb opgezet
maar dan zonder het charmante geklungel van Willem
Duys en zonder goudvis. Nu wel met led screens,
big band en andere verrukkelijke Schnick-Schnack.
Bij ons gold het redactionele simpele adagium, dat
de mate van succes voor een groot deel bepaald werd
door de aanwezigheid van ‘’een kind’ een dier’, en/of
’een krasse bejaarde’. Dat laatste heeft bij ‘Matthijs
gaat door’ een prominente plaats gekregen onder de
noemer: ‘for ever YOUNG..!’
Bij de uitzending van afgelopen zaterdag, had ik het
gevoel dat alles klopte.
Redactioneel toonde de show zich, ondanks stramien,
vitaal, creatief en verrassend.
Matthijs, voelde zich als een vis…. en durfde ook aan
het randje van sentimentaliteit te krabben zonder dat
het ranzig werd. Het programma is de synchroniciteit
van zijn actuele hartslag met de kwetsbaarheden
van het bestaan. Door de bloedvaten stroomt de
emotionaliteit van muziek en in de oogopslag spreekt
oprechte interesse in de ander.
Ik zie uit naar de komende aflevering.