Freddy Haayen, ontdekker, producer en manager van The Golden Earring was een kenner van de internationale muziekwereld en
had daar de beste contacten. Freddy adviseerde mij bij de samenstelling van Moef GaGa. Willem van Kooten, manager, muziekuitgever en beroemd als Joost den Draaier, presenteerde.
Freddy wist als eerste, dat Aretha naar Europa zou komen voor
een aantal concerten.
Dat ze kwam was zeer uitzonderlijk. Aretha had vliegangst.
We wisten dat ze twee concerten in Nederland zou geven, een
avondconcert in Rotterdam en een nachtconcert in Amsterdam.
Daarna nog een concert in Zweden en vandaar terug naar de
Verenigde Staten.
Twee of drie dagen voor de concerten in Nederland kreeg ik de
informatie, dat het management van Aretha één van de concerten
wel op televisie wilde laten opnemen. Ik stelde opname voor aan
Ger Lugtenburg de programmaleider van Avro-televisie.
Ger wilde wel, maar op zo’n korte termijn, binnen het facilitaire
stelsel van de NTS, nog een reportagefaciliteit ter beschikking
krijgen was onmogelijk. Er waren in die tijd maar een paar
eportagewagens en die waren volgeboekt.
TV-opname was dus uitgesloten.
Maar als het niet op televisie kon, dan zouden we het misschien
wel op film kunnen draaien, dacht ik.
Ik vroeg Lugtenburg (ik was freelance) of hij een film van het
concert zou willen uitzenden en hoeveel hij bereid zou zijn,
daarvoor te betalen. Kortom er kwam een afspraak waarbij
Lugtenburg een financiële garantie gaf voor uitzending.
Willem was niet alleen een beroemde presentator, maar ook
toen al een man van contracten en organisatie.
Hij dealde met Aretha’s management dat zij een kopie van het
concert zouden krijgen en de rechten van de film voor de
Verenigde Staten en Canada.
Wij namen de kosten voor het maken van de film op ons en
kregen als tegenprestatie de rechten voor de rest van de wereld.
Freddy Haayen bekommerde zich om sound, balans en atmo.
De fenomenale filmcameraman Jan Kijser had de hoofdcamera
op het podium.
Daarnaast had ik nog twee cameramensen die met een bepaalde strategie het concert moesten vangen en opvreten.
Zelf draaide ik af en toe iets mee op een opwindbare Bell & Howell
16mm.
Een filmcamera kon maximaal 10 minuten opnemen. Dan was de
film op en moest er een cassette gewisseld worden Om te voorkomen
dat alle drie de camera’s tegelijk zouden stoppen en er gaten zouden
vallen in het concert, was de strategie om de camera’s tijdverzet van
elkaar te starten.
Het wisselen van cassettes gebeurde in de heksenketel op de bühne.
Cassettes verdwenen in een zwarte zak. Op gevoel haalde de camera-
assistent blind de filmrol uit de cassette, stopte die ook weer blind in
een blik en legde er vervolgens blind, een nieuwe rol in.
Gekkenwerk!
Het draaien was geen sinecure. De hoeveelheid materiaal was te
overzien. Dat was drie keer de lengte van het concert plus een beetje
extra voor mijn Bell & Howell. Verder de aankomst van Aretha bij het Concertgebouw, sfeershots en het interview door Willem van Kooten.
Toen ik ’s middags ter voorbereiding in het Concertgebouw rondliep
zei Willem, hebben we eigenlijk al bloemen voor Aretha en de backing
vocals?
Nee, niet aan gedacht!
Het was de tijd van flowerpower. Een paar weken voor het concert met Aretha had ik een flowerpower show gemaakt.
Vrachtwagens vol bloemen waren in de studio uitgekiept.
Overrompelende geur, geweldige sfeer. In de ogen van hippies kwijlde
de liefde. Men zong en danste in bergen van vrede, verliefdheid en geluk.
Dat was mooi.
Opeens zag ik in gedachten Aretha-fans met smachtende blikken,
bloemen werpen naar hun idool.
We bestelden bloemen voor de Queen, haar hofdames ‘The Sweet Inspirations’ en…
… ook maar meteen een hele zwik om op de bühne te leggen, met als achterliggende gedachte een verliefd publiek, dat hun idool een bloem zou toewerpen.
De bloemen kwamen met lange stelen. Die bleken bij een testje lastig te
werpen, dus die hebben we eraf geknipt.
Om nou te voorkomen dat de bloemen daar onbegrepen op de bühne
zouden blijven liggen, ben ik kort voor het concert naar een paar jongens
gestapt die ongeveer tegen de bühne aanzaten en heb ze de bedoeling
uitgelegd.
Dat is ‘Thank God’ totaal uit de hand gelopen.
Het enthousiasme om hun idool te bedelven onder de bloemen was
niet te stuiten.
Tallozen kwam naar voren en wilde meedoen aan de hommage door ook bloemen naar hun idool te kunnen werpen.
Het was een krankzinnig pandemonium.
Werd ze aanvankelijk nog besprenkeld met bloemen, het escaleerde al
snel naar een bekogeling.
Ze zong ‘Satisfaction’ nog uit, maar toen moest de M.C. Pee White ,
ingrijpen en het oververhitte publiek tot kalmte manen.
Dat lukte maar ten dele. Het hele concert was van begin tot eind een