JOOP

Eind 1973 werd ik opgebeld door Joop van den Ende. 

John van de Rest stopte met de regie van Citroentje 

met Suiker en hij vroeg mij de regie over te nemen. Na 

enig gepuzzel met mijn werk voor de Duitse televisie, 

kon ik het inpassen en zo begon mijn samenwerking met 

Joop.  

Gecoördineerd met mijn werk in Duitsland heb ik tot 1992  

talloze shows voor Joop van den Ende Producties gemaakt.  

(Wedden Dat, SterrenPlaybackShows, diverse live-finales van  

Henny Huismanshows Way of Life, Mini Playback Shows,  

Harten-shows, Los Vast etc.)  

Na de grootste Titanic van de Nederlandse showbiz, de  

ondergang van TV10 in 1989, werd Joop door de reguliere  

omroepen geboycot. Zijn kapitaal, t.w. zijn presentatoren  

bleven solidair met Joop en zorgden er uiteindelijk voor, dat  

hij zijn bedrijf opnieuw kon opbouwen. Voor het zover was,  

had Joop een briljant idee. Hij zette samen met Rudy Carrell  

een televisie productiemaatschappij op voor de Duitse markt. 

Niemand kende Joop van den Ende in Duitsland, maar Rudy  

was immens populair. De combinatie verkocht drie shows  

aan de nieuwe opkomende zender RTL-Deutschland. 

‘SuperFan’ (een quiz tussen fans van een populaire artiest)  

‘Wie Bitte...’ (Kro’s ‘Ook dat nog’..) en ‘Showmasters’.  

Toen de deal beklonken was, belde Joop mij op en kwam  

langs. Hij vroeg mij om de drie shows te willen regisseren.  

Slim natuurlijk. Ik had naam, faam, prijzen gewonnen, dus  

voor een beginnend producent een prima naam om mee  

binnen te komen. Bovendien ik mocht Joop en ik had  

bewondering voor zijn tomeloze veerkracht, ongekende  

zelfvertrouwen en grenzeloze ondernemerschap. 

(Natuurlijk hij kon ook een nare bullebak zijn, die zich grof en  

denigrerend kon gedragen tegenover medewerkers maar hoe  

naar dat ook is en ik zal het zeker niet goed praten, voor een  

deel kan ik het ook wel snappen. Alles wat niet vlekkeloos  

loopt, vormt een obstakel. Vaak is dan boosheid de  puinruimer, 

waar het ook met een vriendelijk woord had  gekund. 

Het is een nare karaktertrek en ik pleit mijzelf daar  niet van vrij. ) 

Drie shows vond ik wat veel. Bovendien had ik al allerlei 

toezeggingen gedaan aan Duitse zenders en producenten. 

Maar Joop drong aan. Het was heel erg belangrijk voor hem.  

Na checks en overleg kwam er een schema uit, waarin ik  

twee van de drie series zou kunnen doen. Ik stelde Joop voor  

om ‘Wie Bitte....’  (Ook dat nog...)  door een ander te laten  

doen. Het format was simpel. Presentatoren achter een desk  

en een enkel kort scènetje. Qua beeldregie, stelt het niet veel  

voor. Camera’s op een rij, script volgen en op tijd de juiste 

camera schakelen.

(Rudy regelde voor dat programma een Duitse regisseur. Die 

had tot 4 uur ’s nachts nodig had om een programma, dat om 

acht uur ’s avond begon, op te nemen. Uiteindelijk greep Joop 

in en nam John van de Rest de regie over.) 

Tussen Rudy en Joop, wilde het maar niet echt boteren. 

Twee Alfa-mannetjes op de rots. Voor het programma 

‘SuperFan’, vond op een ochtend in het Van den Ende- 

kantoor in Keulen een decorbespreking plaats. Rudy als  

producer, zou namens van den Ende daar ook bij aanwezig  

zijn.  

Ik was om 7 uur van huis vertrokken en om 10 uur op het  

kantoor in Keulen. Rudy was er nog niet. Wel de dekor- 

ontwerper. Ik ging uit van een eerste bespreking. Daarbij  

leg ik mijn ideeën op tafel om in overleg met de designer tot  

een gezamenlijk concept te komen. De ontwerper en ik  

begonnen een gesprekje, waarbij hij de strooppot niet meed  

en zei hoe geweldig hij het vond om eens samen met mij een  

programma te mogen maken. Tien over tien, Carrell was er  

nog steeds niet. Op een bijzettafeltje was mijn oog al eens  

gevallen op een maquette waarbij ik het pijnlijke vermoeden  

kreeg, dat het wel eens het ontwerp voor het nog te  

bespreken programma zou kunnen zijn.  

Ik vroeg het de ontwerper en met enige schroom beaamde hij  

dat.  

Herr Carrell had hem opgedragen om een decor te maken 

zoals het op de maquette te zien is, maar mijn werk  

kennende, vermoede hij dat ik het er wel niet mee eens zou  

zijn. 

Nou, dat kon ik hem wel bevestigen. 

Het design was van een ongelooflijke burgertruttigheid en 

voor wat ik ermee wilde praktisch onbruikbaar. 

Kwart over tien komt Rudy binnen.

(Rudy en ik kenden elkaar redelijk goed. Ik had ooit in het

oude Luxor in overleg met hem een ontroerend 

afscheidsprogramma gemaakt voor zijn vader André.)

Hij was een aantal malen gast geweest in zaterdagavond-

programma’s die ik voor de WDR heb gemaakt en... we 

logeerden in Keulen in hetzelfde ‘Maritim’ hotel. Net als Joop

had Rudy ook twee gezichten. De nare bullebak en de amicale,

verhalenverteller. Ik ontbeet wel eens ’s morgens met hem en

dan was hij een gezellige en aardige tafelgenoot. Op een 

studiovloer, kon hij iedereen op een weerzinwekkende manier 

afbekken)

In Keulen schuift der Herr Carrell aan. 

Geen excuus, geen sorry dat hij te laat is maar meteen ter  

zake: 

‘O, je hebt het al gezien.... en... goed hè!’ 

‘Goed!?... Ik vind het niks. Ziet er niet uit en is onwerkbaar.’ 

“O, kan je het programma daar niet in maken?’ 

‘Niet zoals ik het wil en ook niet zoals het is vorm gegeven’. 

‘O, dus je kan het er niet in maken.?’

Rudy stuurde duidelijk aan op een nee, zodat hij van een

eigenzinnige, door Joop gestuurde lastpost af was en één

van zijn eigen hielenlikkers als regisseur neer kon zetten .  

Ik kreeg de pest in, was vroeg opgestaan om op tijd in Keulen  

te zijn. Ik word, tegen de afspraak in voor het fait accompli  

gezet van een kant en klaar ontwerp en ook nog eens  

uitgedaagd tot een powergame. Nou was ik daar nota bene  

niet omdat ik om een regie verlegen zat, maar om Joop bij 

zijn  nieuwe start te helpen en ter wille te zijn. Het laatste 

waar ik  zin in had, was een serie maken met een arrogante, 

bullebak,  die vanuit hybris mij de les gaat lezen.’

‘Rudy, ik kan het programma overal in maken, maar wel op

basis van mijn eigen creatieve en kwalitatieve maatstaf.’ 

‘Nou, dan zijn we gauw klaar, je weet dus zeker, dat je het 

daarin (wijzend op de maquette) niet kan maken’, zei  

Rudy nog maar eens. 

‘Rudy, ik kan het ook daarin maken. Ik kan het hier op het  

toilet maken. Maar daarom doe ik het nog niet.’ 

‘Nou, dan zijn we klaar’. 

‘Inderdaad, dan zijn we klaar. Ik ga maar weer naar huis.’ 

De ontwerper en Marijke Schaaphok, die als uitvoerend 

producent aanwezig was, keken verbijsterd toe. 

Ik groet iedereen en vertrek. Twintig over tien, sta ik weer 

buiten. 

Om 3 uur ’s middags belt Joop. Marijke zat tegenover hem.  

‘Bob met Joop.... Marijke heeft de maquette meegenomen,  

die staat nu voor me en ik ben het helemaal met je eens.  

Zoek maar een ontwerper en maak maar een nieuw decor.’ 

Ik belde Roland de Groot en een dag later had ik een prima 

werkbaar en smaakvol showdecor. 

Over die specifieke periode is nog heel wat meer te vertellen,  

maar ik gebruik deze (wat lange) aanloop om daarmee iets te  

zeggen over Joop’s integriteit en zijn optreden bij Jinek. 

In de wereld van de showbiz, is de voedingsbodem voor  

loyaliteit minder gelinkt aan persoonlijkheid, talent en  

karakter, maar veel meer aan de mate van succes en de  

verkoopprijs.  

Daarover geen illusies. 

Joop koos voor wat hij op dat moment het beste achtte voor 

succes en opdrachtgever. De ondernemer in hem had Rudy  

nodig om Duitsland binnen te komen de ziener in hem, zag 

ook wel in dat Rudy’s showwereld zich beperkte tot Rudy en 

die van hemzelf tot ‘the sky is no limit’. 

Zijn integriteit en loyaliteit aan een project, is vanuit mijn  

ervaring, onbetwistbaar. Ik heb meegemaakt, dat hij een  

decor waar een prijskaartje van ruim 300.000,00 gulden 

aanhing, liet vervangen omdat hij het niet mooi genoeg  

vond. Ik moet dan meteen even denken aan de shows van 

John de Mol. Die sloeg voor ‘Doet ‘ie het of doet ’ie het niet’ 

een paar dozen plastic bekertjes en plastic ballen in, om  

daarmee dan een seizoenlang de spelletjes aan te kleden.

Nu kom ik op wat ik gisteravond zag bij Jinek.  

Een gepassioneerde, geëmotioneerde Joop van den Ende.  

Een lichaam dat trilt van onbegrip over het onrecht dat hem  

wordt aangedaan. Vooringenomenheid en een boze opzet 

om hem te pakken en als ‘sjoemelfilantroop’ te kakken 

te zetten. Godzijdank is hij bij Jinek strijdbaar. Niet als een  

koele zakenman, die nuchter zijn belang afweegt, maar  

oprecht gekwetst, geëmotioneerd en boos.  

In 1989 werkten Roland de Groot en ik op verzoek van  

Joop aan het openingsprogramma van TV10. We bedachten,  

schreven en tekenden een show die een overrompelende  

verpletterende opening moest worden van de nieuwe zender 

en een schokgolf in de wereld van televisie.  (Ach ja we hielden  

er wel van om onze ambities niet laag in te zetten.) 

Niets was te gek. Joop gaf ons carte blanche. Met enige  

regelmaat bespraken we onze ideeën en voortgang bij 

Joop thuis (toen nog) in Laren. 

Toen het moment naderde dat de regering een beslissing zou  

gaan nemen over toelating van TV10 of niet, belde ik Joop  

om hem moreel te steunen.  

Ik kreeg Janine aan de telefoon en ze vroeg of ik dat niet  

persoonlijk wilde doen. Joop voelde zich erg beroerd en lag  

op bed. Of ik zin had om langs te komen. Zeg maar, om wat  

te citeren uit Bob’s evangelie van positieve energie.... 

Ik ging. Joop lag in bed. Hij was vanuit Den Haag  

geïnformeerd, dat de beslissing nu snel zou vallen. Het was  

erop of eronder.  

Joop zei niet veel. Ik deed m’n best om op opgewekte toon  

feestelijke toekomstperspectieven te kleuren.... 

De telefoon ging. 

Janine kwam binnen en zei dat Jeltje van Nieuwenhoven 

aan de lijn was. Joop nam aan en luisterde.... 

Ik keek naar Joop terwijl hij luisterde naar de voltrekking  

van het doodvonnis over TV10. 

Die grote sterke man, was niets meer waard.  

Hier geen details.  

Wel de echte kern van een mens gezien.  

Iemand die met oprechte bedoelingen (geen getructe  

constructies via Milaan, maar fier door de voordeur) 

in het pak was genaaid door de politiek. 

Daar moest ik aan denken toen ik hem gisteravond zag  

bij Jinek. Nu niet verslagen, maar strijdbaar.  

De enige man van al die vrije producenten, allemaal  

grootverdieners, die iets teruggeeft.  

Producenten die zichzelf omgeven met de weelde van  

dure huizen in verre en nabije buitenlanden. Luxe  

schnickschnak om mee te pronken. Ze zitten op hun 

geld als mollen op hun wintervoorraad.  

Joop geeft terug. Ok, hij kan het missen, maar dat kunnen  

anderen ook en die doen het niet. Joop heeft meerdere 

kanten. Ik ken de nare kanten ook. Maar dat doet er  

allemaal niet toe. Hij verdient respect en grote waardering  

voor een hart dat ook klopt voor een mooiere samenleving 

Hij verdient het niet om als een uitbuiter te worden neergezet  

die onwettelijke handelingen verricht ten eigen bate. 

Hij is een mecenas van de kunst en cultuur, die geen enkele  

verplichting heeft om zijn geld weg te geven, maar het wel  

doet.  

6.2.2018 _  B.R.