Jérôme

Jérôme, prachtig eigenzinnig mens, heeft z’n hielen gelicht, 

zit op de knie van God, ironische glimlach om de mond,  

heerlijk glaasje in de hand.  

Prachtige man, ontembare held, geen nek waar de leiband 

om paste. Een stem van adel, romig karakter, zonder evenknie. 

Vol en rijk brainframe. 

Herinneringen die er toe doen. 

Als hij er was, dan was hij ook onmiskenbaar aanwezig. 

Rijk de Gooijer belde me ’s en zei: ‘Bob ‘k heb niks te doen,

weet jij wat’?  

Ik zei ‘k denk na en bel je terug.  

s Avonds bedacht ik ‘Komt Rijk, komt Raad’, een quasi 

talkshow, waarin Rijk als ombudsman voor groteske  

bureaucratie, de strijd aan zou binden met de overheid

Als decor zag ik een Vargas-vrouw, prikkelend, grote  

borsten en een vulva als verdwijnpoort. Ik wist ook 

meteen dat Jérôme als het alter-ego van Rijk, tussen 

die borsten moest liggen en als een regisseur, Rijk moest 

aansturen. 

Ik gaf Jérôme prikkelende teksten, Tonny Eyk was als  

Jefke de Keukelaire een ingehuurde Belgische  

orkestleider die op een briljante manier, met een suffe blik  

een orkest van mafkezen leidde en het programma was  

een shock.  

Ik nam er twee op, maar na uitzending van de eerste, greep 

de toenmalige directeur van de Avro, Siebe van der Zee  

persoonlijk in en verijdelde uitzending van aflevering 2. 

Jérôme zat nergens mee.  

Hij genoot van de plek tussen de Vargas-borsten,  

het uitzicht en de commotie. 

Ach talloze herinneringen dringen zich op. 

Op een ochtend belt Jérôme en zegt”:’t Is mooi weer Bob, 

ik kom gezellig een glaasje drinken in je biotoop. Haal me 

even af in Weesp.’ Jérôme had geen auto, kon waarschijnlijk 

niet eens autorijden. We lunchen, hebben een geweldige  

middag, drinken een glas en nog een glas tot zo na een 

uur of zeven er een soort alarm in hem afgaat, dat zegt 

Jérôme, je hebt vanavond voorstelling. 

Volkomen rustig en relaxt zegt hij: ‘Bob, goede vriend’,  

‘ik geloof dat ik vanavond nog een voorstelling heb, ’s even 

 kijken....’ Hij slaat er een raar boekje op na: ‘Inderdaad  

vanavond moet ik spelen in Hoorn’.  

‘Hoe laat!?’ 

‘Om acht uur’! 

‘Godverdomme Jérôme, ’t is al kwart over zeven’. 

‘Nou, met die snelle auto van jou halen we dat makkelijk’. 

‘Een taxi lijkt me een beter idee’, zeg ik. 

‘Dat wordt lastig beste vriend, want de knip is leeg.!’ 

We stapten in de Porsche en ik scheurde naar Hoorn. 

De voorstelling bleek al begonnen. 

Ik liep met hem mee naar binnen en hij speelde, met een  

geamuseerde blik, een briljante rol. 

Ach Jérôme, ‘k denk aan de steun die je bood bij het  

overlijden van Marja, de moeder van 2 van mijn 3 kinderen. 

Verlies is een rotzak en doet pijn. 

Bob 

17.5.2013