Ingewikkeld!
Het woord ligt lekker in de mond.
Een woord als duizenddingendoekje voor vragen
zonder antwoord of vragen waarop je geen antwoord
wilt geven.
Lastig!
Dat is ook zo’n woord.
Ligt ook goed in de mond.
Uitwisselbaar met ingewikkeld.
Genee gebruikt ze graag. Slimme man. Heeft
altijd nog wel een struikelblokje in de achterzak
voor zijn gesprekspartners.
Als hij voelt dat hij vanuit de verdediging moet praten,
betrekt hij de hosts van Op1, Fidan en Jeroen bij zijn
positie, door te verwijzen naar de complimenteuze
appjes die hij van beide mocht ontvangen, na de laatste
uitzending van Veronica Inside.
Nou is Pauw zeker net zo gewiekst dus die verwees
fijntjes naar een ander appje dat hij Genee had gestuurd
waarin hij de rol van Genee als gespreksleider geen goede
keuze vond.
Gisteren hoorde ik opnieuw de twee woorden talloze
malen uitgesproken worden door zogenaamde
‘spraakmakers’. Onderdeel van een radioprogramma waar
meningen mogen worden verhuld en opgeborgen achter:
lastig en ingewikkeld.
Met lastig en ingewikkeld worden geen stellingen
betrokken. Het klinkt wel alsof er grondig over iets
is nagedacht, maar door de veelheid aan invals-
hoeken wordt het vooral ingewikkeld en lastig om
daar gefundeerd iets over te zeggen.
Als het vrijblijvende gebabbel van ‘lastig en ingewikkeld’
niets te zeggen heeft, waarom worden mensen dan uitge-
nodigd om dat ‘niets’ uit te spreken voor een microfoon of
camera?
We leven in een wereld waar een grap met de omvang
van een ballonnetje wordt opgeblazen tot het formaat
Zeppelin.
Natuurlijk, geen redelijk mens kan de ogen sluiten voor
oprechte pijn, verdriet en woede.
Wie iets probeert te relatieveren ten aanzien van de
meelopers en aanstellers in het actuele publieke
debat is al snel een racist, homofoob, seksist, of de
gesel van een andere gekwetste ziel.
De lont was een vredige demonstratie die geconfiskeerd
werd, door een hysterische woordkunstenaar.
‘Zodra hij een Zwarte Piet ziet, zal hij die persoonlijk
in het gezicht trappen.
Die tekst moeten we zien als een metafoor.
Het grapje van Derksen is het onbenullige ballonnetje
dat op sociale media wordt opgeblazen tot Zeppelin.
De fascistoïde drift waarmee zowel de één de ander,
als de ander weer een derde wegzet, is een ziekte die
dringend behandeld moet worden.
Beelden moeten omver, programma’s verboden,
films gekuist.
Taal als voertuig van gedachten en emoties is een
onbetrouwbaar vehikel geworden.
Het onschuldige woord voor de een, is een splinter-
bom die explodeert in het gezicht van absurde aannames
en van echte en aangeprate emoties.
De vrijheid van meningsuiting staat onder druk.
Columnisten en cabaretiers laten facetten van de
samenleving onbesproken omdat de gevolgen levens-
bedreigend kunnen zijn.
Natuurlijk black life (zoals elk life) matters en wie daar
anders over denkt, moet zich verantwoorden, maar de
nuance is weg en intussen is iedereen verdacht.
De intolerantie en de zuurgraad van stemmingmakers
is een bedreiging voor het vrije woord.
Er waren tijden dat mensen dringend werd afgeraden
om bij een bepaalde etniciteit nog inkopen te doen.
Nu worden adverteerders moreel gechanteerd om
afstand te nemen van een televisieprogramma.
Het verschil is 82 jaar.
Vergelijken wordt altijd meteen afgedaan als onkies en
ongepast. Maar waarom is er überhaupt Geschichte
als we die niet in het gezicht mogen kijken en er lering
uit trekken.
Zoals altijd hebben de luidste stemmen het hoogste
woord en zwijgen de hoogste bomen.
Ja, ze zitten zo nu en dan wel mee te kukelen aan de
toktafels, maar de adagia beperken zich tot vrijblijvende
gemeenplaatsen en preken voor eigen parochie.
De presentatie-teams van Op1, zijn redelijk uitwissel-
baar. Geen enkele opvallende personality ((behalve Pauw
nu en dan) interviewt met een journalistiek fileermes.
Het is babbelen en kabbelen.
Beau, die mij overigens als personality aangenaam
verrast heeft, spaart uiteindelijk ook kool en geit en
omringd zich net als M of OP1 ook met een vast kliekje.
Natuurlijk serveren die niks anders, dan een herhaling
van hun standpunten van gisteren en eergisteren.
Welbeschouwd wordt het maatschappelijke debat bijna
dagelijks getoetst aan de opvattingen van Peter R. en
Jort Kelder. Het zijn meningen waarvan de waarde
wordt uitgedrukt in honoraria en niet in beleid.
Zij zijn de moderne narren aan het hof van de talkshow
waarvan redacties hopen dat ze met een prikkelende
formulering de kans verhogen op reuring en klimmende
kijkdichtheid, zodat er de volgende dag weer op gereageerd
kan worden met: tja.. dat vind ik ingewikkeld…,
…..dat is lastig…!