Cherubijntje 

(Joost van den Vondel)

     Albert Verlinde is nooit te beroerd om als boegbeeld van darm- 

      en onderbuikpubliek, met vals slijm, likken uit te delen aan zijn 

      kruiperige volgelingen. 

      Die variëren van onbeduidende byzantinisten tot onaantastbare  

      iconen. 

      Zeg maar van Mies Bouwman tot het zangeresje dat in één 

      van zijn eigen musicals staat. 

      Daarnaast en eerlijk gezegd kan ik, op de spaarzame momenten  

      dat mijn hart, lever en nieren het aankunnen om de man te zien  

      en te horen, nog wel eens hartelijk lachen om de manier waarop 

      hij met stralende ogen en guitige trek om de mond het dartele  

      showbiz-vee naar de slachtbank leidt.  

      De slacht wordt dan beloond met hartelijk gelach door de kompanen  

      van dienst.  

      Ooit zaten daar wel eens mensen met een eigen opvatting en 

      een gezond verstand dat nog niet verpest was door geld en  

      afhankelijkheid, zoals Daphne Bunskoek en daarvoor Beau van 

      Ervan Dorens.  

      Beau’s kritische toon ten aanzien van de Messias van de stront  

      leverde hem een karaktermoord op. 

      Scrupules zijn voor Verlinde het argument om iets juist wel te laten zien.  

      De God van de stront vindt het schandelijk dat mensen geld vragen  

      voor foto's van een voetballer die een meisje van een Volendamse 

      zanger kust in een parkeergarage.  

      Tegenwoordig zit er op de stoel van Beau en Daphne een man met  

      een gerespecteerde naam uit de wereld van de cinema die voor wat 

      aandacht en een paar centen Albert wel een opkontje wil geven: 

      'Hebben wij die foto"s?' 

      ‘Ja hoor’, zegt de Messias, ‘wij hebben ze’. 

      ‘Maar ja, zoiets gaat ons toch niks aan, dat is toch privé’ , probeert 

       de  aangever nog.  

      Even lijkt het erop alsof het fatsoen wint.... 

      Maar dan zegt de heilige koning van de drol dat de journalist in hem  

      eist, dat de foto's vertoond worden. 

      Zo ging het daarvoor ook met Georgina Verbaan en anderen. 

      Het is de huichelachtigheid die zo kwetsend is. 

      Daarom was het zo geweldig dat BNN hem zo geniaal te kakken  

      heeft gezet. 

      Mij interesseren de verhalen aan de keukentafel of in bed met zijn 

      partner totaal niet. Maar het feit dat hij in de val gelopen is, vind ik 

      ronduit meesterlijk. Z'n onstuitbare ijdelheid was groter dan z'n  

      achterdocht. Hij voelde even hoe het is om professioneel genaaid te worden.

      Toen ik vanavond na het verbod op uitzending van de rechter zijn 

      commentaar hoorde in Één Vandaag, gleed die triomfale glimlach alweer  

      van oor tot (gouden) oor. 

      De rechter beschermt de God van de stront. 

      Hij heeft iets meegemaakt wat maar weinig Nederlanders in hun leven 

      hebben meegemaakt, zei hij.  

      De begenadigde artiest die maar niemand vond om zijn talent te  

      herkennen, toonde voor de camera het ongelijk van zijn beoordelaars. 

      De ogen toonden pijn, het gezicht pruilde van aangedaan onrecht, 

      de mond zei: ‘Wij zijn in onze privé-sfeer aangetast. Wij zijn afgetapt 

      door de Publieke Omroep, door BNN en die hebben meegeluisterd naar ons leven .’ 

      Zouden Verbaan en van Erven Dorens en Meuldijk en Manon Thomas, 

      niet naar de rechter kunnen om de God van de stront, alsnog te laten baden in  

      zijn eigen uitwerpselen. 

Moeder, zeit hij waarom schreit gij?

Waarom greit gij, op mijn lijk?

Boven leef ik, boven zweef ik,

Engeltje van 't hemelrijk: 

Joost van den Vondel

Bob Rooyens

17.07.09