Geresearcht en opgetekend door: Arno Weltens, auteur van o.a. Kathedralen en luchtkastelen van de omroep in Hilversum. Een eeuw vintage Beeld & Geluid. Redacteur van diverse tijdschriften.
Bob Rooyens wordt in Rotterdam geboren Hij is muzikaal. Krijgt piano- en
gitaarles. Hij schrijft liedjes, hoorspelen en toneelstukken die in kleine kring,
met vrienden en vriendinnen worden uitgevoerd. Met een schoolbandje,
toert hij in de avonden en weekends langs personeelsverenigingen en clubs
die iets te vieren hebben en veelal weinig te spenderen.
Er volgen radio-opnames voor Avro's jeugdomroep Minjon .
Het is zijn eerste kennismaking met Gerrit den Braber.
De man die een belangrijke rol in zijn leven zal blijven spelen.
Rooyens , is verslingerd aan film.
Wekelijks bezoekt hij in gymnastiekzalen en buurthuizen filmvoorstellingen.
In de bioscopen wordt het publiek eerst nog geamuseerd met een
varieteprogramma. Later worden dat populaire deuntjes op het hammond-
orgel voordat de hoofdfilm begint.
Rooyens weet het zeker. Dat is zijn wereld!
Hij vraagt een beurs aan om in het buitenland film te kunnen studeren. Die
aanvraag wordt afgewezen. Als het zo niet kan, dan maar anders.
Hij vertrekt met een vriend (die als zanger carrière wil maken) naar
Parijs met de intentie om aan het IDHEC , de Franse filmacademie, te gaan
studeren.
Gebrek aan financiën dwingen hem om de studie nog even op te schorten .
Om te overleven werkt het duo in eerste instantie als straatmuzikanten
langs boulevards en terrassen. Tijdens een van die optredens wordt hij aan een
tafeltje genodigd door een echtpaar. Zij schrijft boeken, hij is de Canadese animation-
regisseur Jean Letarte. Letarte (op dat moment gastdocent aan het Idhec en naar
later blijkt een begenadigd gitarist) luistert naar het verhaal van
Rooyens en biedt hem een stageplaats aan bij zijn nieuwe film.
Daar leert hij de principes van het vak.
In het existentialistische Parijs van de jaren 60 heerst de geest van Jazz,
Sartre, de Beauvoir en Greco In de Rue de la Huchette speelt Bud Powell.
Het zijn de tijden van Les Tricheur. Rooyens raakt verzeild in studenten-
gemeenschappen. Slaapt nu eens een tijdje hier, dan weer daar. Overdag
werken aan de film, s avonds ergens optreden. Met zijn vriend, de
zanger, lopen ze agency's af, doen audities en worden voorgesteld aan de
machtigste talentscout van Parijs, Madame Suzi Louvat.
Zij regelt een optreden als gast in een tv-show met Lucienne Boyer.
Wolf Lupi de manager van het Europees zeer populaire Deense jongensduo
Jan & Kjeld, is geinteresseerd en biedt het duo een contract aan. Rooyens
weigert, hij wil het filmvak leren. Muziek is daarbij uitsluitend een middel om
te overleven.
Gerijpt en rijk aan ervaringen keert Rooyens naar Nederland terug om de
dienstplicht te vervullen. Televisie is in opkomst. Tijdens zijn militaire
diensttijd schrijft Rooyens televisieprogramma's. De NCRV ziet er wel wat
in en koopt een paar scripts aan. Hij schrijft liedjes, o.a. voor het Vara
radioprogramma het Chansonnetje in huis .
Rooyens ziet het vernieuwende tv-werk van regisseur Jef de Groot en voelt
dat bij dat medium zijn toekomst ligt.
In zijn hommage aan die regisseur in het door hem samengestelde boekje: JEF,
Op 18 juni 1962 zijn op de AVRO-radio vakantie-impressies te horen
vanuit Parijs in 'Eigen weg, een zomers half uur voor twintigers '.
Rooyens schrijft de teksten onder de naam Serge van Wijngaarden, een
pseudoniem waar hij vaker gebruik van zal maken.
Op 25 juli maakt Rooyens samen met zijn collega Roelof Kiers:'Naar mijn idee'
meningen van jongeren op film anno 1962. Een van de jongeren, die door Rooyens
en Kiers daarbij stevig aan de tand wordt gevoeld is de jonge student politicologie
Hans Wiegel. Het eerste serieprogramma dat hij als jongste regisseur voor de AVRO
verzorgt, is "Club Domino" (1962). In deze muziekprogramma's staan Franse
sterren centraal. Zo maakt Rooyens onder andere opnames met: Patachou,
Jacques Brel, Juliette Gréco. De regisseur had de beschikking over drie camera's.
De bedrijfszekerheid liet nog wel eens te wensen over. Bij de live-uitzending met
Juliette Gréco vielen 2 camera's uit en kreeg de derde een lekke band.
Rooyens gebruikte zijn camera's intensiever, maakte meer gebruik van de ruimte.
Zijn cameravoering was afwisselender en dynamischer. Hij gebruikte andere
perspectieven dan gebruikelijk en hanteerde een hoog tempo in de snelheid en
variatie van zijn beeldregie.
Dat leidde bij Jacques Brel, tot nooit eerder vertoonde dialoogshots met zichzelf,
dromerige poetische overgangen via een wegpannende camera naar zwart en een
opkomende camera met een ander perspectief uit zwart.
Bewuste overvloeiers van focus naar defocus naar focus.
Bij het lied Les Bourgeois werkte Rooyens met provocerende foto's en in Le Pendu,
bungelde Brel met zijn hoofd als gehangene in een strop.
Het was voor velen een schokkende belevenis.
Niet iedereen van de AVRO-leiding is enthousiast over de voor die tijd onorthodoxe
wijze waarop Rooyens de artiesten in beeld brengt. Televisiedirecteur Siebe van der
Zee overweegt na het programma met Brel, Rooyens zelfs te ontslaan.
Vanwege de lovende reacties in de pers komt het overigens niet zover. Tv-criticus
Nico Scheepmaker over de uitzending: 'Maar daar was ook een regie – Bob Rooyens –
zo perfect, zo rijk aan vondsten dat geen nuance verloren ging. Cameravondsten als
het spel met het touw in ' Le Pendu ', de perfecte warming-up, de charmante
explicatie van Denise Maes '
Rooyens, zelf als werkstudent in Parijs (1958) ook straatmuzikant geweest,
maakt in 1962 de documentaire: ' Toonkunst op de keien '.
Mies Bouwman doet de interviews.
Op 28 februari 1963 regisseert Rooyens een door Jan Blokker geschreven
gedramatiseerde documentaire gewijd aan het fenomeen filmster in de serie:
‘Voor de vrouw”.
In mei beginnen de opnamen voor een zesdelige tv-komedie:
"Met 24 pk door Europa". De serie volgt een gezin (gemodelleerd naar de auteur
van de serie, Mazure) dat met een krakkemikkig autootje door Europa reist.
Hoofdrolspelers zijn Ko van Dijk, Teddy Schaank en Simone Rooskens.
De serie haalt de eindstreep niet.
Bij aflevering 4, besluit de Avro programmaleiding dat de kwaliteit van de scripts
te laag is, om er mee door te gaan.
Op 1 november 1963 staat Rooyens aan de wieg van het programma dat zal
uitgroeien tot een van de legendarische series uit de Nederlandse televisiegeschiedenis:
'Voor de Vuist weg'.Ger Lugtenburg, Avro's programmaleider kwam met het idee
voor deze eerste Nederlandse talkshow.
Een orientatiereis door Amerika, had Lugtenburg enthousiast gemaakt over NBC's
Tonight Show . Populair geworden door Steve Allen, overgenomen door Jack Paar
en opgevolgd door Johnny Carson. Lugtenburg zag in het programma het ideale
vehikel voor Willem Duys.De Vuist, moest live en verrassen met gasten uit alle
geledingen van de maatschappij. De locatie werd Theater Concordia in Bussum.
Willem had geen groot verlangen naar redactionele betrokkenheid. De mantra van
Duys luidde voor de samenstellers: een oude man, een kind en een dier.
Het programma werd tijdens de rijsttafel voorafgaand aan de uitzending met hem
doorgesproken en dat was genoeg. Willem vertrouwde op zijn intuïtie.
De productie en redactie in het eerste jaar, was in handen van Rooyens en Oster.
Daarnaast deed Rooyens de regie en vormgeving. Dat laatste was simpel en basic.
Op het kale toneel stond een tafel met een paar stoelen. Op tafel, kannen met water,
jus d'Orange, koffie en heet water voor thee.
Verder was er een wijntje en een versnapering. Duys zou als een goed gastheer
betaamt, zelf zijn gasten verzorgen.
Er was een plekje voor een combo en verder een lege bühne, de originele
trekkenwand van het theater en een kale stenen achtermuur.
De goudvis, die tot het ikoon uitgroeide van het programma was een min of meer
toevallig rekwisiet dat als vanzelfsprekend paste bij de huiselijke 'gezelligheid' van
theelichtje en jus d' orange.
De eerste uitzending, liep totaal uit de hand. Het was overgeproduceerd met teveel
gasten en eindeloos lange gesprekken. Het programma was gepland tot elf uur,
maar liep uit tot ver na middernacht.
Tot slot belde Willem met zijn moeder en vroeg wat ze er van vond.
Hij werd als een kind door haar bestraffend toegesproken.
Het publiek vond ' t geweldig.
De positie van de televisie-regisseur was de eerste 30 jaren totaal anders dan nu.
Ideeën voor programma's begonnen veelal bij de regisseur. De regisseur beheerde
het budget, bepaalde met zijn designers de artdirection, engageerde de
medewerkenden, was de uitvoerend producent, producer, eindredakteur en
regisseur.
Rooyens' eerste programma als regisseur/producer is op 27 juni 1962 en is, ironisch
genoeg, de finale van de Opreghte Amateur. Het programma dat hij zeven jaren
eerder in Theater Marcanti in Amsterdam, met zijn Loyal Trio gewonnen
had. De Haagsche Courant schreef naar aanleiding van die uitzending:
De finalisten van de Stichting d ' Oprechte Amateur werden fraai in een lijstje gezet,
met zoveel zorg en talent was men geneigd te denken, dat de omlijsting het ingelijste
soms overschaduwde. Regisseur Bob Rooyens (een ouwe lente, een nieuw geluid)
had waarlijk eer van zijn werk.
De Telegraaf:Het voordeel van zo ' n televisieprogramma als waarmede de Avro,
de avond om zeep hielp, is altijd, dat velen zich realiseren iets beters te doen te
hebben. Het meest oorspronkelijke bestanddeel kon men met wat goede wil het
aaneen rijgsel noemen, waarin de Avro haar beste amateurs op het miljoenenpubliek
losliet.
De ontwikkeling in vormgeving, ingezet bij Hoofdstuk zette zich
door in Moef Ga Ga, de eerste continentale televisie-popshow.
Op 17 april 1964 regisseert Rooyens in Carré de Sammy Davis Show.
Furore maakt Rooyens met de serie Hoofdstuk 1964-1965.
Samen met de beeldend kunstenaar Armando, de schrijver
Hans Sleutelaar, de graficus en cartoonist Frits Müller, decorontwerper Massimo Götz en Jef de Groot als aanjager
en co-producer ontstond een nieuwe vorm van televisie. Vormgevingsexperimenten die volkomen afweken van de gangbare opvattingen. Technisch kon televisie in die periode niet veel meer dan het affotograferen van een gebeurtenis.
Rooyens bedacht spiegeldozen, roltonnen, beeldcomposities met
levensgrote maskers, en maakte 'composites avant la lettre' met
behulp van monitoren en Eidophor's. (Eerste zwart/wit
grootbeeldprojectoren)
In Hoofdstuk werd voor het eerst bewegend licht ingezet. Het was in de
meest primitieve vorm, maar het bewoog en was een tot dan toe
onbekende toevoeging aan televisievormgeving.
Rooyens maakte van dit balkendak een maquette. (Lucifers door een stukje karton.)
Licht uit, zaklantaarn aan. De lamp bewoog over het dak. De schaduwen bewogen
over de vloer. Het idee voor bewegend licht was geboren. Belichter Henk de Rover,
liet een rail bouwen waaraan de spot door zijn assistent Oler ter Kuile, heen en weer
getrokken werd. Die legendarische handeling bezorgde hem de koosnaam Oler en
de vliegende 5KW. Daarna werd de vliegende 5KW nog regelmatig ingezet, zoals te
zienis bij het ballet rechts.
Verder ontwikkelde en gebruikte Rooyens de creatieve
mogelijkheden die in het technische medium tot dan toe
verborgen en ongebruikt waren gebleven.
Hoofdstuk III Jazz, werd door de NTS hors concours ingezonden
naar het Gouden Roos Festival in Montreux. Het zorgde daar voor
veel ophef en discussie. Naast de Internationale collega's die de
nieuwe manier van televisie maken enthousiast omarmden waren
er ook de meer conservatieven die televisie meer zagen als een
technisch doorgeefluik. Bij Hoofdstuk VI Crime, dat een jaar later
als nationale inzending naar Montreux werd afgevaardigd, laaiden
de discussies weer op. Het programma viel niet in de prijzen, maar
Rooyens naam was internationaal een begrip geworden.
In 1965 produceert en regisseert hij: ‘Dit is Tonvan Duinhoven ‘.
Een muzikale literaire fantasie rond Ton van Duinhoven , geschreven door Remco Campert, met Kitty Courbois en de Ruud Bos Big Band .
Kitty, in de 'storytelling' de scriptgirl, verhaald In monologues Interieur
over haar liefdesrelatie met Ton. Haar terugblik op hun relatie. leidt
tot de onontkoombare conclusie, dat haar liefde voor hem voorbij
is.
Tijdens het werken met de muzikanten op de studiovloer, richt Ton
zich regelmatig even, via de camera tot Kitty in de regie.
Gemaakt opgewekt, intuïtief aanvoelend welk proces zich in Kitty afspeelt, eindigt voor Ton de opname in de onafwendbare tragiek
van een gebroken liefde
In een interview in het tijdschrift Wereldkroniek vindt Rooyens de
formule verrassender dan die van het ook op de Nederlandse
Moef GaGa had in tegenstelling tot Shindig voor elke aflevering
een ander decor met een andere dynamiek en een ander verhaal. Dat varieerde van een parodie op de Batman serie, tot een aflevering geheel in het teken van Op-Art.
De decorschilder die, net aangenomen door de NTS, de klus moest
klaren verdween na het zetten van duizenden lijnen, rechthoeken
en cirkels volkomen in de war in de ziektewet.
De tekst van de herkenningsmelodie is van Rooyens; de muziek
van Ruud Bos. De eerste uitzending van dit maandelijkse
programma was op 21 oktober 1965; de laatste op 1 mei 1968.
Befaamd in de door Rooyens bedachte formule zijn de Beatgirls.
(Baff) Het satirische en kritische karakter van het programma
leidde ertoe dat de programmaleiding van de WDR, die het programma voluit steunde, nogal eens onder druk kwam te staan van de WDR-Programmaraad. Een uit verschillende maatschappelijke stromingen samengesteld gremium, waarin het moralisme en conservatisme een
zeer actieve vertegenwoordiging had. Dit leidde uiteindelijk tot censuur
van een programma-item.
In de uitzending vervangt Rooyens het item door zwartbeeld
met een countdown van de lengte en de tekst ' Zensuriert '.
De commotie die daardoor ontstond genereerde veel publieke
aandacht en verzet tegen het regenteske karakter van de
programmaraad.
Het programma werd verder met rust gelaten.
Rooyens zou in de loop der jaren in opdracht van de publieke
omroep een aantal muziekprogramma's regisseren. Opmerkelijk
hierbij is het genre (varierend van klassiek tot jazz tot pop). Zo
maakt hij in november 1967 een special met Nina Simone en
het orkest van Boy Edgar .
AVRO-directeur Van der Zee is enthousiast over het resultaat.
Nina meets Boy
In 1968 volgt de documentaire “Session’ over Boy Edgar, die met zijn band in het Bavo-huis in Amsterdam werkt aan de opname van een LP met Maynard Ferguson. Een beroemde jazztrompettist.
De opname zou uiterlijk 23:00 uur klaar moeten zijn, maar duurde
nog tot de volgende ochtend. Er is plezier er zijn spanningen.
Tijdens de nachtelijke uren druppelen onverwachte gasten binnen,
waaronder de wereldberoemde tenor-saxophonisten Ben Webster en Don Byas,Ramses Shaffy, Betty Carter. [9]
In december 1968 doet Rooyens de productie en regie van:
: Vers 1 (AVRO). :Vers is het vervolg in kleur van Hoofdstuk .
Massimo Götz verzorgt het decorontwerp, de grafische vorm-
geving is van Hans de Cocq en de choreografie is in handen
van Gary Cockrell.
Het betreft o.m. de vertolking van een gedicht van Armando.
De teksten worden gelezen door Marja Habraken en Jef de
Groot .
De muzikale implementatie komt van Ann Burton, Shirley en het
Trio Louis van Dijk. Over dit programma merkt Rooyens op:
'Wat ik maak is niet een programma in kleur, maar een
programma van kleur '.
Op 28 mei 1968 komt :Vers 2 op het scherm.
:Vers ' was evenals ' Hoofdstuk 'een literaire vorm van entertainment. Referenties aan literatuur, muziek en beeldende kunst werden gebonden door een thematiek. De vormgevings- identiteit van het medium wordt verder ontwikkelt, maar nu met
een grotere range aan technische faciliteiten en mogelijkheden.
Rooyens gebruikte als basis wit en zwart. Kleur kreeg daardoor
een eigen intensiteit en betekenis. I
n de aflevering ' Angst en Geweld ' citeert hij onder meer uit het
werk van Max Ernst.
De eerste grote show die hij in 1969 voor de WDR regisseert is
rond de Engelse wereldster Dusty Springfield. Die show onder
de titel 'Dusty' wordt door de televisiebazen aangewezen als de
Duitse nationale vertegenwoordiging op het Gouden Roos Festival .
Onder collega's en de pers opnieuw gedoodverfd als de winnaar,
wordt tot algemene verontwaardiging opnieuw een 'Rooyens'
afgescheept met een eervolle vermelding.
Wereldkampioen Karate, John Bluming vocht aangejaagd door
opzwepende percussie in een witte scene, in een wit pak tegen
rood aangeklede tegenstanders. Rooyens had voor deze scene
een nog nooit eerder gebruikte opnametechniek bedacht. De
opnameband liet hij over twee machines lopen. De eerste
machine nam het beeld op en de tweede gaf het weer. Die
weergave werd doorgelust aan de eerste machine, waardoor een
vertraagd en in beeld iets verschoven herhalingseffect ontstond
dat de actie dramatisch verhevigde.
De vertraging beliep een vaste tijd. Namelijk de tijd die de tape
erover deed om van de opnamekop van machine 1 te arriveren
bij de weergavekop van machine twee. Rooyens wilde die
(loop)tijd kunnen varieren. De oplossing lag in het fysiek
wegsturen van het signaal. Omdat satellietverbindingen niet
bestonden en de beschikbare lijnen voor televisie-uitwisseling
zeer kostbaar waren werd een simpel alternatief gebruikt.
Tussen de studio in Hilversum en de oude studio's in Bussum
bestond een lijnverbinding. Door het signaal uit Hilversum heen
en weer te blijven sturen, ontstond een vertraging. Door het aantal
heen- en weerzendingen te varieren kon ook de lengte van de
vertraging gecontroleerd worden.
Kleur professionaliseerde ook het gebruik van key-effecten. De
veelal onzuivere en rafelige helderheids- (luminanz) key kon
bij kleurentelevisie worden vervangen door de chroma-key.
Rooyens was pioneer op dat gebied.
Studio A van de WDR in Keulen werd op zijn verzoek en in
samenwerking met zijn vaste technische crew, waarin Technik-
Ingenieur Klaus Kossmann een sleutelrol vervulde, technisch
chromakeyers, coxbox en schakelaars in de camera's om de
verschillende elektronenbuizen aan en uit te kunnen zetten etc.
Rooyens reist in 1969, naar aanleiding van de zeventigste
verjaardag van jazzcoryfee Duke Ellington naar Amerika.
In Las Vegas wordt pianist, componist, arrangeur en orkestleider
Ellington op de voet gevolgd.
In juli en augustus volgen het Modern Jazz Quartet en de Ray
Charles Big Band.
Een absoluut hoogstandje qua regie is de op 11 februari 1969
uitgezonden en slechts in 2 studiodagen geproduceerde
muziek- special rond Liesbeth List. De Liesbeth List-Show vormt
opnieuw de inzending voor Montreux. Hier haalt de AVRO-productie
de ' Rose de la Presse ' van de persjury en een eervolle vermelding
van de reguliere jury. Bij de bekendmaking daarvan werd de reguliere
jury getrakteerd op afkeurend geroep door het overgrote deel van de
aanwezige programmamakers. Later dat jaar volgt alsnog de
internationale erkenning en waardering. De ' Liesbeth List Show '
wordt uitgeroepen tot winnaar van het Hollywood Festival of World
Television . Een Festival waarvoor uitsluitend programma's worden
uitgenodigd, die elders in de wereld al een prijs hebben gewonnen.
Liesbeth List Show (1969)
In november 1970 zendt de AVRO, het in 1969 voor de WDR-Bavaria geproduceerde Esthercolor uit, een vijftig minuten durende special rond de Israelische zangeres Esther Ofarim. Het is een ontroerende show rond een multi getalenteerde internationale beroemdheid, dit keer niet met televisiecamera’s maar met 35mm filmcamera's gedraaid.
De show kreeg een extra emotionele lading omdat Bob Rooyens Esther,
na haar scheiding van echtgenoot Abi, voor de eerste keer solo voor de Duitse televisie wist te brengen. Het regiewonder uit Holland, zoals onze oosterburen hem omschrijven zorgt, voor een pop-spektakel van internationaal niveau, een delicatesse. [10]
De productie wordt door London Weekend TV ook uitgezonden als
één van ’s werelds beste programma’s. [11]
Esther Color (1970)
De Bavaria-Studio's in München behoren tot de belangrijkste film studio's in Europa. De buitengewoon succesvolle en in de persoonlijke verhoudingen zeer prettige samenwerking, leidde ertoe dat Rooyens de aanbieding kreeg, om binnen Bavaria een eigen unit te gaan leiden. Later aangevuld met het aanbod om chef Unterhaltung te worden.
Zijn relatie met de actrice Marja Habraken (hoogst zwanger van hun
eerste kind) maakte een permanente verhuizing naar München tot een
lastig dilemma. Haar carrière in Nederland verliep zeer succesvol. Om
die op te geven en in Duitsland te gaan wonen om daar eventueel
een nieuwe carrière op te bouwen, was een offer dat niet verlangd mocht worden vond Rooyens en bedankte voor de eer.
Wel bleef de band met Bavaria behouden en maakte hij voor die Studio nog meerdere programma's, waaronder in coproductie met de Avro 6M2-NAP 'Beat behind he dykes '. Een popspektakel dat alles omvatte wat op dat gebied in Nederland enige naam en faam had.
De finale vond plaats in het IJsselmeer. Kilometers uit de kust, waar
desondanks het water niet hoger stond dan 60 cm. Voortgetrokken door een (als locomotief aangeklede) tractor, werden tientallen muzikanten, solisten, bands en dansers in wagonnetjes uit het kinderpretpark Oud Valkenveen naar de plaats van de opname gebracht. Omdat de podia net onder of tegen de waterspiegel aanstonden waren ze nagenoeg onzichtbaar. De muzikanten
en dansers zweefden optisch op het water. Elektronische hand-camera's bestonden niet. De opname werd met meerdere 35 mm filmcamera's gedraaid. Dynamische beelden kwamen van een helikopter en van
camera's in speedboten.
Helaas was de tractor, nadat de artiesten waren afgeleverd, kapot gegaan en in het water blijven steken.
Dat leidde ertoe, dat na afloop van de opname de popartiesten met de
instrumenten boven het hoofd een paar kilometer door het IJsselmeer
moesten waden om weer aan land te komen. Er zijn aansluitend aan de opname,wegens grieperigheid en verkoudheidsproblemen vele
optredens afgelast.
Op 30 december 1970 werd 6m2 NAP (Beat behind the dykes) uitge-
zonden.
Bij de WDR kreeg Rooyens van de Hauptabteilungsleiter Unterhaltung und Fernsehspiel Hannes Hoff, alle vrijheid om zijn ideeën en creativiteit te ontplooien.
Dat resulteerde in een serie programma's die als hoogtepunten in de
creatieve ontwikkeling van televisie in die periode geboekstaafd zijn.
De programma's werden in vele landen uitgezonden.
Er werden verschillende internationale seminars aan het werk gewijd
(o.a. in Montreux) en programma's als o.a. 'Dusty ‘, ‘Männer wir Kommen’, ‘Heidi’, Vivat Vivi’, worden internationaal gebruikt als lesmateriaal op televisie- en filmacademies.
Label 1
Dusty (1969)
'Esther Color'
'Männer wir kommen 1970’
'Männer wir kommen 1970’
Voorjaar 1974 wordt Rooyens door de net beginnende producent
Joop van den Ende gevraagd om de regie te doen van de
muzikale comedyserie Citroentje met Suiker .
Het programma is de opvolger van het succesvolle ;’t Schaep
met de vijf Pooten' . (8 afleveringen)
De cast is nagenoeg gelijk, met in de belangrijkste rollen:
Adèle Bloemendaal, Piet Römer, Leen Jongewaard,
Lex Goudsmit, Elsje de Wijn en in een aantal gastrollen
Ko van Dijk.
Er werden 16 afleveringen geproduceerd en uitgezonden.
Boven van l naar r: Elsje de Wijn, Bob Rooyens
Onder: Piet Römer, Leen Jongewaard, Adèle Bloemendaal, Ko van Dijk,
Lex Goudsmit, Eli Asser.
Auteur van beide series is Eli Asser. Een graverend verschil is
de populariteit van de liedjes. Niemand zal een aflevering van 't Schaep
of Citroentje kunnen navertellen. De liedjes van ’t Schaep daarentegen
zijn evergreens geworden van het Nederlandse muzikale erfgoed. Bijvoorbeeld:
“Als je mekaar niet meer vertrouwen kan…’ en
't zal je kind maar wezen.. '
De componist van 't Schaep was Harrie Bannink. Na een conflict
met Eli Asser, weigerde hij zijn medewerking aan Citroentje .
De samenwerking tussen Rooyens en Kraaykamp & de Gooyer besloeg met de nodige pauzes, een periode van 1967 tot en met 1983. De laatste uitzending van de serie Johnny & Rijk Shows
(een paar apart) kwam op 18 januari 1968 uit het RAI Congres- centrum in Amsterdam.
De haat- liefde relatie tussen beide verkeerde op een dieptepunt. Rijk raakte ongeveer door alles wat Kraay deed geïrriteerd. Kraay kon het niet laten om Rijk te jennen en te zuigen. Er vielen klappen.
Beide hebben professioneel de uitzending afgemaakt, maar de relatie was totaal kapot. In de zomer van 1969 wordt Rooyens door Dr. Peter Köster, directeur van de Polyphon Productie-maatschappij uit Hamburg gevraagd, om een idee voor een ' Komische Unterhaltungsshow ' voor het ZDF. Rooyens stuurt hem een aflevering van de Johnny & Rijkshow.
Het ZDF is enthousiast en wil binnen een half jaar een serie met het duo beginnen.
Een probleem was, dat Kraaykamp en de Gooyer nog steeds
gebrouilleerd waren en er geen idee van hadden, dat het ZDF ze graag wilde hebben. In het Amsterdamse Parkhotel, belegde Rooyens een verzoeningsgesprek waarbij hij er vanuit ging, dat een flinke zak Duitse Marken, de verzoening een stuk zou vergemakkelijken. Op zijn hotelkamer zat Peter Köster te wachten op het telefoontje van Rooyens om zo mogelijk meteen spijkers met koppen te slaan.
Die verzoening bleek uiteindelijk niet zo moeilijk. Hoewel het twee totaal verschillende persoonlijkheden zijn, hebben beide professioneel gezien, groot respect en waardering voor elkaar's talent en kunnen. Soms vertroebeld door afgunst, soms vertroebeld door overschatting of door gebrek aan waardering, maar zich wel bewust, dat op dat moment in tijd, de combinatie van beiden sterker was (en financieel waardevoller) dan een solocarrière.
Johnny was in topvorm. Hij verlangde van Köster 50% meer gage
dan werd geboden. Het ging in zekere zin voor beide heren, in
vergelijking met Nederlandse gages om astronomische bedragen.
Rijk keek Johnny verbijsterd aan. Köster weigerde, waarop Kraaykamp het hard speelde, opstond en wilde vertrekken.
Uiteindelijk kreeg Kraaykamp wat hij verlangde. De Gooyer zat lachend toe te kijken. Een slecht onderhandelaar maar een groot levensgenieter. Dat zwembad bij zijn huis in Giethoorn kon gebouwd worden.
Op 26 en 27 januari 1970 werd in Studio Hamburg de eerste aflevering van ' Spasz durch Zwei ' opgenomen. Op 4 en 5 mei
van dat jaar werd de 8e en laatste show van de eerste serie opgenomen.
De serie was zo succesvol, dat het ZDF een vervolgserie bestelde. Dat resulteerde uiteindelijk in een coproductie van vier landen. Duitsland, Oostenrijk, Belgie en Nederland. De show werd tussen januari en mei 1971 zowel in het Duits als in het Nederlands opgenomen in Hamburg en Hilversum.
Rijk de Gooyer gaf aan het eind van de tweede serie een interview
aan de Showpagina van de Telegraaf. Dat artikel werd overgenomen door ‘BildZeitung en kreeg een vervolg in tal van Duits bladen.
De Gooyer eiste in dat interview zijn in de 2 e wereldoorlog gejatte
fiets terug, liet zich laatdunkend uit over de Duitsers en zei dat
geld zijn enige beweegreden was om de shows te maken.
De Duitse pers stond bol van de negatieve reacties en het ZDF zag
zich genoodzaakt om de samenwerking te beëindigen.
In 1971 bedacht Rooyens voor de WDR, samen met de Belgisch-
Franse kunstenaar Guy Peellaert (Bedenker van de Stripfiguren
‘Jodelle' en 'Pravda la Survireuse' en de tekenaar-schilder van de boeken 'Rockdreams' , 'The Big Room' en 'Twentieth Century Dreams' ) een absurde persiflage op Helsa Poppin.
Het programma onder de titel ‘Mariechen sasz weinend im Garten’
was een pastiche van sublieme kitsch, anachronismen en satire.
Zangsolisten zongen, vol gloed en overtuiging van het eigen talent,
volkomen vals.
De Bacharach-song‘This guy's in love with you’ werd
gezongen door een als G.I. aangeklede zanger in een zilver gespoten battledress.
Op de achtergrond werd na de verovering van IWO JIMA, de
iconische vlag gehesen op een snuisterijen-doosje.
Othello speelde de sterfscene in een ommuurde woestijnburcht.
In de verte passeerde een karavaan van pakjes Camelsigaretten. Een ridder te paard reed Othello's oase binnen en roofde 1 van de zeer schaars geklede haremdames. Honden klommen in bomen, de parelvissers gingen te zwaar beladen met gewichten, zingend ten onder in het paradijselijke
zwembad.
In datzelfde jaar maakt Rooyens, ook voor de WDR, een serie
satirische programma's onder de titel Meerschweinchen Revue.
Leading character was de toen nog redelijk onbekende acteur
en enfant terrible Harald Junke, het latere kijkcijferkanon van het ZDF.
Met Vivi Bach maakte hij de personalityshow Vivat Vivi.
In 1972 kreeg Rooyens van de EBU het verzoek om een programma te concipiëren dat, ter gelegenheid van het 50 jarige jubileum van de BBC, als cadeau kon worden aangeboden door de gezamenlijke Europese publieke omroepen.
Het programma werd gepresenteerd door Peter Ustinov.
Voor de finale vroeg Rooyens aan Hans van Hemert een lied te
Leandros, wilden graag meewerken, maar konden door allerlei verplichtingen niet naar de studio in Hilversum komen. Met een muziekband onder de arm, reisde Rooyens Europa door om op basis
van een storyboard solisten tegen chromakeyblauw hun stukje in te
laten zingen. Bij de editing werd alles samengevoegd en ontstond de indruk dat alle artiesten op hetzelfde moment in de studio performden.
De techniek werkte prima en de BBC, was zeer verguld met het
geschenk.
Titel van programma en lied: Thank you Auntie.
(Auntie is de troetelnaam voor de BBC)
Op 2 november 1972 zendt de Vpro, live een door Rooyens
bedacht familiespel uit onder de titel: Democratie.
Twee gezinnen krijgen een maandbudget en worden, gegidst
door Joop van Tijn, geconfronteerd met normen, waarden en
spelregels van de samenleving. Waar liggen de grenzen van
nuttig en nodig en van bureaucratisch en betuttelend?
Hoe alert en assertief wordt er gereageerd op prikkels van
agressiviteit en hulpbehoevendheid?
Wanneer ben je te goedgelovig en wordt je belazerd? Het
programma kwam uit de Meerpaal in Dronte. Het speelde zich
af in een stadsomgeving met wisselende speelplekken.
Opdrachten varieerden van de aanschaf van een 2ehands auto
tot boodschappen doen in de supermarkt (kijk wat je koopt, let
op wat je betaald) van klein gesjoemel, tot stevig bedrog.
De gezinnen verplaatsten zich per witkar door het speelveld.
Het programma kende de primeur van het eerste live (telefonische)
referendum. Er waren dilemma's uit de actualiteit waarop de
kijkers konden reageren met een ja- en een nee-nummer.
In najaar 1972 voor uitzending 8 januari 1973 maakt Rooyens
een personalityshow rond het vroegere tieneridool Heidi Brühl.
Na een verblijf van jaren in Amerika, waar ze na haar huwelijk
met Mr. Universe, werkte aan een film- en tv-carrière was ze
weer een tijdje in Duitsland. Het tienersterretje had zich
ontwikkeld tot een echte comediènne en een sterke persoonlijkheid.
Vivat Vivi
Voor de ARD (WDR) schrijft en regisseert Rooyens een
amusementsprogramma dat ingaat op de vooroordelen die de bewoners
van het ene land hebben over de bevolking van het andere.
Onder de titel: ‘Whisky, Käse, Sauerkraut’ worden door, het absolute
Duitse kijkcijferkanon Peter Frankenfeld, de Deense zangeres Gitte en
de Ier Gilbert O 'Sullivan, zowel muzikaal als in sketches, flimclips en statistieken, bestaande vooroordelen op de hak genomen.
Het programma is voor Gilbert O 'Sullivan de switch van de zanger
in crisis-outfit naar een moderne entertainer.
Op 12 juni 1974 wordt de show uitgezonden.
Voor de Avro produceert en regisseert hij in dat jaar een show
met Liesbeth List en Ramses Shaffy (10 jaar Liesbeth en Ramses)
en een kerstspecial met Gilbert O 'Sullivan .
Dat programma met veel nieuw O 'Sullivan repertoire, waaronder
I 'm not dreaming of a white Christmas, wordt tevens een
emotionele confrontatie met zijn fans. Sonja Barend haalde de
fans op in Londen en reisde per bus met ze mee naar de studio
in Hilversum. In de gesprekken die zij onderweg voerde fileerde
Sonja feilloos de ziel van de Gilbert O'Sullivan fan.
10 Jaar Liesbeth & Ramses
In 1975, na een pauze van 3 jaar, lijkt de tijd rijp voor een nieuwe
serie shows met Kraaykamp en de Gooyer. Rooyens is nu niet
alleen de producer en regisseur, maar treedt tevens op als produ-
cent. Kort voordat de eerste aflevering zal worden opgenomen,
trekt de Gooyer zich terug. Kraaykamp is kwaad en teleurgesteld.
Hij wil absoluut doorgaan. Dan maar zonder Rijk. De zender (Tros)
kan het niks schelen of de Gooyer wel of niet meedoet, als
Kraaykamp alleen verder wil, is het wat hen betreft in orde.
Rooyens weet de Gooyer te behouden als teksteditor en trekt
Adèle Bloemendaal en Albert Mol aan als aangevers .
Toon Hermans schrijft speciaal voor Kraaykamp een aantal
liedjes en op 6 oktober 1975 wordt de eerste Johnny Kraaykamp- show uitgezonden.
Na die eerste show wordt Adèle ziek en een paar dagen voor
opname van de 2e show, vervangen door Rita Corita.
Hoewel de eerste show buitengewoon succesvol was
(meer dan 6 miljoen kijkers) miste men toch het geniale
samenspel met Rijk. Tijdens de periode dat Rooyens met
Kraaykamp en de Gooyer in Hamburg woonde, speelde het
duo voortdurend de act van twee oude homoseksuelen die
samen op een flatje woonde. De Gooyer speelde het mannetje
Herman en Kraaykamp speelde het vrouwtje Babs.
Het was een hilarische act met als enig publiek Rooyens. Niet
alleen genoten beide van het geïmproviseerde rollenspel, maar
het had tevens een voortreffelijke therapeutische werking.
In de rol konden ze veel van hun wederzijdse ongenoegens
kwijt, waardoor er in de praktijk harmonieus en vriendschappe-
lijk kon worden samengewerkt.
Rooyens stelde voor, om die act in de vorm van een kook-
rubriek in de show op te nemen. Herman & Babs met recepten
uit grootmoeders keuken.
Beiden vonden het een leuk idee en onderhuids begrepen ze
heel goed, dat dit een prachtige aanleiding was, om de samen-
werking, zonder gezichtsverlies voor wie dan ook, te hervatten.
Het had even geduurd, maar bij de tweede show was de samen-
werking tussen het duo hersteld.
In de jaren daarop volgend opereert Rooyens als regisseur,
producer en producent van eigen concepten. Voor de KRO
ontwikkelt hij de serie The Allrounders. Een grootse sport-
competitie tussen coaches vanuit Het Ahoy sportpaleis.
Het draaide daarbij niet om flauwe spelletjes zoals bij sommige
sportshows uit die tijd, maar het ging om echte sport en de
beinvloeding van de resultaten door slimheid en inzicht van
een coach.
Voor de Tros produceerde hij de comedy-serie Humbug en
verder veel opdrachten die buiten de directe televisiesfeer
lagen, zoals commercials, films voor Universiteiten en voor
het bedrijfsleven.
Met de NDR in Hamburg werkt hij aan een groots opgezette
versie van Alice in Wonderland. Nadat heel veel
pre-production werk verricht was, bleek de zender uiteindelijk
niet in staat om het project financieel rond te krijgen en
verdween een half jaar werk in het afvalputje. Maar ook
die ervaringen zijn deel van het werken als free-lancer.
Begin 1977 zendt de KRO een, door Rooyens zelf
geproduceerde, vijftig minuten durende special uit met Liesbeth
List en Charles Aznavour. De Franse zanger is niet zo gewend
aan de werkwijze van producent/regisseur Rooyens. List is veel
lovender: ' Bob is fantastisch, soms heeft hij zulke geniale ideeen
In mei en juni 1977 is Rooyens weer te vinden in Keulen. Hij
werkt aan een aantal producties voor de WDR, waaronder een
muzikale special rond Vicky Leandros.
Dat programma heeft een opmerkelijke voorgeschiedenis.
In een eerdere WDR-productie had Bob samengewerkt met
Olivia Newton-John. Beide waren daar erg enthousiast over
en in samenspraak met Hannes Hoff Haubptabteilungsleiter
der Unterhaltung und Fernsehspiel werd afgesproken om een
show aan haar te wijden. Rooyens bedacht een concept,
zocht met Olivia het repertoire uit en werkte met ontwerper
Peter Gabrielse aan een 'hoogblond' decor, met dieren en
planten. Een paradijselijke setting.
Drie weken voordat het programma zou worden opgenomen
vertrok Rooyens met een kleine delegatie van de WDR naar
Londen om de laatste puntjes op de i te zetten. Olivia had een
gastoptreden bij de BBC en daar zou men elkaar treffen.
Bob ging met Olivia aan het werk. Vertelde wat hij wilde gaan
doen, toonde decor-schetsen etc. Intussen sprak de
productionele delegatie van de WDR met het management over
nog wat details in het contract. Daarbij waren ook een paar jonge
crewcut gemillimeterde Amerikaanse producers aanwezig die,
naar al snel bleek, Olivia in Los Angelos wilden testen als
partner voor John Travolta in de film Grease .
Olivia zou de Show in Keulen alleen kunnen doen, als de
screentests voor haar negatief zouden uitpakken. Aangezien het
contract met de WDR nog niet getekend was, voelde het
management van Olivia zich vrij om in het belang van haar
carrière de kans die geboden werd, te benutten.
Terug in Keulen werd besloten om de screentest niet af te
wachten en binnen de resterende tijd zo snel mogelijk een
andere artiest (e) te zoeken.
Er werden lijstjes gemaakt met mogelijke kandidaten. Carly
Simon, Linsey de Paul, Melanie. Persoonlijkheden met een
grote aantrekkingskracht voor een breed publiek, die tevens
qua repertoire heel goed zouden passen in de decors.
Carly Simon, had verplichtingen en viel af. Melanie ,
verlangde dag en nacht een witte Limo ter beschikking. First
class tickets voor een absurd aantal persoonlijke begeleiders
en nog zo het een en ander. Melanie viel ook af.
Linsey de Paul was meteen enthousiast. Bob, voerde lange
telefoongesprekken met haar die het wederzijdse geloof in een
mooi programma enorm prikkelden. Inmiddels waren er nog
maar twee weken tot de eerste studiodag. De avond voordat
Bob ter voorbereiding, naar Londen zou gaan, belde Linsey
hem op. Met een nauwelijks verstaanbare stem, raspte ze
haar leed. Zware keelontsteking. Kon de show worden
uitgesteld. Nee! Dat kon niet. Exit Linsey.
Wat nu? Tijd begon te dringen. Hannes Hoff dacht aan
Esther Ofarim. Bob had aan de film die hij in 1970 met
haar gemaakt had een zeer goede band met haar over
gehouden. Er was echter wel een probleem. Esther had
besloten om een pauze te maken in haar carrière. Ze had
zich teruggetrokken in Israel. Bob telefoneerde met haar,
maakte haar enthousiast voor een nieuwe samenwerking.
Ze dacht een dag na, waarna ze Bob belde en vroeg of
hij naar Tel Aviv wilde komen. Dezelfde dag was Bob onderweg
naar Israel. Drie dagen werd er intensief gesproken en naar
repertoire gezocht. Zodra een keuze was gemaakt, werd die
doorgebeld naar arrangeur Klaus Doldinger. De tijd drong.
Opgelucht en enthousiast reisde Bob terug naar Keulen.
Een dag later belde Esther op. Ze had er nog eens over
nagedacht en durfde het toch niet aan. De tijdsdruk was te
hoog. Een enorme domper!
Er bleven nog 5 dagen over tot de eerste opnamedag en nog
steeds geen performer. Gedurende de tijd dat Bob in
Hamburg woonde was hij een huisvriend van papa 'Leo en
Vicky Leandros' .
Vicky! Waarom niet eerder gedacht aan Vicky? Bob belde
haar op. Vicky was verguld, papa Leo ook.
De show was gered.
Op 27 oktober 1978 wordt Rooyens 's middags door zijn vriend
Gerrit den Braber (chef amusement Avro)gebeld met het verzoek
om die avond de bijzondere aflevering van Voor de Vuist weg te
regisseren.
De vaste regisseur Theo Ordeman was onwel geworden en
niet in staat om het programma die avond te regisseren. Bijzonder
is dat het programma die avond het 15 jarige bestaan viert en voor Rooyens is het voor 1 avond de terugkeer bij het programma,
dat hij in 1963 zelf heeft opgestart.
In januari 1979 voert Rooyens de regie van een muziekspecial
rond de groep ‘Rainbow Train’ van Hans Vermeulen. [13]
Het is, Gerrit den Braber die na zijn terugkeer bij de Avro als
hoofd amusement, Bob weet te verleiden tot een nieuwe zeer
actieve periode voor die omroep. In maart van dat jaar begint hij
onder de titel: 'Zit dat zo...?' een serie politieke praatprogram-
ma's met als 'anchor ' Mr. G.B.J. Hiltermann. Het programma
kende heftige discussies, waarbij de emoties bij het geënga-
geerde studiopubliek soms hoog opliepen. Het was voor
Mr. Hiltermann een wonderlijke overgang van zijn, tot dan toe,
reguliere voor 1 camera uitgesproken commentaren, naar een
discussieprogramma met diametraal tegenover elkaar staande
kemphanen. Hiltermann keerde na 1 seizoen terug naar zijn oude,
vertrouwde vorm.
Hij is de bedenker van ' Avro's Laatshow ' een talkshow op de
late avond met drie presentatoren, drie gasten, drie gesprekken volgens het zwaan kleef aan principe. (Gasten schoven na elkaar aan, bleven zitten en discussieerden mee). Het thema van het slotgesprek was voor de gasten een verrassing. Het Criterium daarvoor was een heftige ervaring die de drie gesprekspartners met elkaar deelden. (B.v. de gasten bleken alle drie ouder van van een hoog begaafd kind of waren zelf een kind van een
foute ouder in de oorlog.)
Na elke gast was er een kort pauze, waarin een trio muziek
maakte, het publiek in de studio met elkaar het zojuist
gepasseerde gestrek doornam en het publiek thuis via een
tickertape onder in beeld, in kernachtige woorden een samen-
vatting van het besprokene zag.
Hij regisseert het concert van John Denver en met fotograaf
Anton Veldkamp maakt hij een serie documentaires onder de titel
“Man in Action” .
Veldkamp, gekleed in een witte outfit, geladen camera's als
revolvers bungelend aan een belt rond zijn heupen, benaderde de
protagonisten o.a.: Broeder Maasbach en Anton Heyboer als
onderwerp voor een fotoshoot, waarbij hij haast achteloos
tussen het fotograferen door, vragen stelde in een sfeer die
De stichting Conamus verzorgt, in samenwerking met de AVRO
deze onderscheidingen voor Nederlandse artiesten, musici,
componisten en tekstschrijvers.
In 1982 laat Rooyens weer van zich spreken met 'The Young
Messiah' (Händels oratorium in een modern jasje gestoken
door Tom Parker. Het wordt niet alleen een muzikaal, maar
tevens een boeiend visueel spektakel. Rooyens zorgt voor
ongewone locaties, zoals een kerkhof voor de afgedankte
goederen van een overspannen consumptiemaatschappij, een
afvalberg met auto's, koelkasten en wasmachines. Halleluja!
Het IJsselmeer, waar de solisten in heilige navolging over het
water lopen. Halleluja!
Een zingende zwarte engel, vastgebonden aan de voorkant van
een Amsterdamse tram reed door de Leidsche Straat en over
het Rokin. Halleluja!
Tussen de schapen in een wei in Nigtevecht.
Over de opnamen in de wei merkt soliste Madeleine Bell op:
'Het was steenkoud en om dan in alle vroegte tussen het
Nederlandse vee te staan, is geen pretje '.
Telezirkus is het model waaraan Willem Ruis in1985 zijn
Sterrenshows ontleend. Hans Peters, Vara-producer van de
Willem Ruis shows, groot circusliefhebber en vader van twee
zoons met een internationale circusact, dook wel eens op
aan de ‘buffetwagen’ als de reportagewagens van de WDR
weer bij de circustent van Franzi Althoff geparkeerd stonden.
Die ambiance wilde Hans Peters ook voor de nieuwe serie
shows met Willem Ruis. Hij vroeg aan Bob videobandjes van Telezirkus om Ruis (die er niets in zag) te kunnen overtuigen. Uiteindelijk ging Willem om en waren de Sterrenshows in de
tent geboren. Bob werd gevraagd voor de regie, maar had door
een overvolle agenda, slechts tijd om het eerste jaar 2
uitzendingen te regisseren. Het jaar daarop (toen de Vara bijna
failliet was en de tent niet meer reisde maar vast geparkeerd
stond in Utrecht) heeft Bob de regie gedaan van de hele serie.
Ook het Nationale Songfestival wordt in 1983 door Rooyens
Een absurde show waarin Rijk het als een soort ombudsman
opnam voor veelal gefingeerde slachtoffers van de bureaucratie.
Avro-directeur Siebe van der Zee, vond het allemaal veel te ver
gaan en stopte de serie voordat de 2e aflevering werd
uitgezonden.
Voor de WDR ontwikkelt en regisseert Bob in 1982 een serie
shows onder de titel Telezirkus. Een rondreizend familie-
programma vanuit de circustent van het circus Williams-Althoff . Naast circusacts met wereldfaam, zijn er optredens van nationale
en internationale performers. (van Valente tot Bee Gees van
Roger Whittaker tot Dalida) Het programma kent verder
interviews en interacties met het aanwezige publiek, roept in een live-actie kijkers op om naar de tent te komen teneinde een wens
of fantasie te realiseren en biedt interviewsen participatiespellen met prominente publieke figuren uit de Duitse samenleving. Een populair onderdeel was de tas. Het publiek werd geanimeerd, om een tas vol allerhande voorwerpen mee te nemennaar de tent.
Als er in de tas van de presentator overeenkomstige artikelen voorkwamen, dan kreeg de bezitter ervan mooie prijzen en
participeerde in een aantrekkelijk publieks- spel.
Het programma promoveert tot de ARD zaterdagavondshow
en zal 3 jaar lopen.
Met als co-auteur de Oostenrijkse kunstenaar Andre Heller
schrijft en regisseert Rooyens eind 1983 de prestigieuze familie kerstshow 'Wunderland'. 'Das Meer der Phantasie'.
Artdirector is de chef-ontwerper van de Bavaria-studio's, Rolf
Zehetbauer. (Art director van onder meer wereldberoemde
films als: Cabaret, Das Boot en Never ending story). Budget
de voor die tijd gigantische som van 2 miljoen D.Mark. Locatie
is studio 5, de grootste filmstudio van Bavaria. De televisie-
trein komt van de WDR in Keulen, de opname- techniek is van
het ZDF uit Mainz. De cameraploeg en director of photography komen van de Bayerische Rundfunk, studio personeel en belichters zijn van de Bavaria Studio's. Gustl Bayrhammer beroemd en geliefd acteur voerde de kijker mee in een wereld waarin alles mogelijk is, als je er maar in wilt geloven.
Boven de zee van de fantasie hangen tientallen regenbogen,
rijzen eilanden op met complete circussen, vaart een galjoen
langs met een luidruchtig zingende Asterix en Obelix.
Kanonnen vuren luchtballons, het boegbeeld is een
aantrekkelijke vuurspugende zeemeermin. Vanuit het kraaien-
nest blaast een kraai de hoorn. Jeugdhelden maken hun
opwachting. Van Pinokkio tot RäuberHotzenplotz, van
Winnetou tot Donald Duck in een onderwater 'drive-in' movie,
van Tijl Uylenspiegel tot Pippi Langkous in een citaat van
Fred Astaire.
Eveneens in het najaar van 1983 produceert en regisseert Bob
een 'special' met de Engelse vocalgroup Wall street Crash.
Een samenwerking die zo goed bevalt, dat voor het jaar1984
een serie shows met de groep gepland en gemaakt wordt.
In 1984 wordt Rooyens benaderd voor een coproductie van de
Romanian Television Radio en de AVRO. Middelpunt van de
muziekspecial 'It's all in the game ' zijn zangeres Therèse Steinmetz en haar Roemeense collega Angela Similea. [24]
Dit programma wordt de Roemeense inzending voor het Montreux-festival 1984 en voor het eerst in de geschiedenis van de Roemeense Televisie wordt een programma in Montreux onderscheiden. Het programma valt net buiten
de rozen maar wordt apart geëerd met (alweer) een eervolle
vermelding.
(Met deze nationale inzending naar het 'Gouden Roos Fesitval' is Rooyens de enige regisseur die voor drie landen de nationale bijdrage heeft geconcipieerd en geregisseerd. (Nederland, Duitsland en Roemenië)
It’s All in the Game (1984)
In 1986 maakt Rooyens voor de NPS een documentaire
neergestreken in het Sportpaleis Ahoy in Rotterdam om daar de regie te voeren over het Gala of the year 1987, het meeslepende showspektakel van Lee Towers.[28]
Rooyens is ook tweemaal regisseur van het muzikale VARA-
Door een conflict met de Vara haakt Freek de Jonge af als presentator.
Rooyens besluit om van een presentator af te zien en de
kinderen zelf aan het woord te laten over de thema's die in de
liedjes worden aangesproken.
Het resulteert mede door de volstrekt afwijkende vormgeving van de tot dan toe gebruikelijke bühneshow, in openhartige, geestige uitspraken en ontroerende bekentenissen van de jonge
koorleden. Het programma wordt de vijfde Nederlandse inzending
van Rooyens naar het 'Gouden Roos Festival ' in Montreux en
wint daar de Bronzen roos. Later wordt het programma ook nog onderscheiden met de Golden Antenna voor beste productie, beste regie en beste vormgeving.
Vanaf 1986 hernieuwd hij de samenwerking met Joop van
den Ende en regisseert Rooyens talloze amusementsproducties
waaronder: Wedden Dat, Sterren PlaybackShows, Harten Gala's, Showmasters, Los Vast, [30] Way of life, Soundmix Finales.
In Duitsland regisseert hij voor de SüdwestFunk Baden Baden de
Michael Schanze Show, voor Radio Bremen in co-produktie met
de WDR heeft hij de ' Gesammtleitung 'en regie van een serie
zaterdagavondshows op Duitsland 1, onder de titel:
Noten für Zwei.
Ook in 1986 is hij mede-auteur en regisseur van de succesvolle
WDR 'UnterhaltungsShow' "Telezirkus". Dat programma staat
model voor de latere Sterrenshows van Willem Ruis.
(Zie Telezirkus 1982 hierboven)
Het laatste seizoen van de Sterrenshows, voert hij ook de regie.
De eerste aflevering van de laatste serie, markeerde een nieuw tijdperk in televisievormgeving door de introductie van de 'kraan'. Speciaal voor de tent liet Rooyens wissels bouwen om ondanks
de beperkte ruimte in de tent, toch naar alle kanten met het
nieuwe instrument, te kunnen manoeuvreren.
Herbert Feuerstein , de uitgever van de Duitse Mad ,
een klein, intelligent en grappig mannetje, verleidt Bob tot
het bedenken van een vormgevingsconcept rond de door
F bedachte antiheld
Dr.Winter. Het wordt een combinatie van live-action, graphics en
animation. Het is een nieuwe vormgeving die gretig wordt
gecopieerd. De eerste aflevering is in 1984 en tot 1988 worden er
meerdere series geproduceerd.
In september 1986 organiseert de ARD in Keulen een
internationaal congres over Television Design. Rooyens is 1 van
de sprekers en maakt er een documentaire over.
Samen met zijn vriend Peter Rüchel, (bedenker en drijvende
kracht achter Rockpalast) ontwikkelt hij dat jaar een vrolijk kerstprogramma met een charitatief doel in de tent van het
beroemde Circus Roncalli, onder de titel Hoppla Herzchen.
In 1987 gaat hij samen met Rüchel naar Israel om met een live
concert van de maatschappelijk zeer betrokken rockstar Shalom
Hanoch de Duits-Israelische Jugendtag te vieren. Het concert
komt uit Sultan's Pool een sfeervol openluchttheater onder de
muur van Jerusalem.
Begin maart 1988, wordt Rooyens door de NOS gevraagd, om
het openingsprogramma van het 3e Net te maken.
De dienstdoende regisseur, die al geruime tijd aan het project
had gewerkt, zag het niet meer zitten en had zich ziek gemeld.
Het programma is bedoeld om de kijkers inzicht te geven in de
filosofie achter het 3e Net en de programmering die daarvan
het gevolg is. De N.O.S programmadirectie werkt nu al 2 jaar
aan de lanceren en op het moment dat Rooyens gevraagd
wordt, 4 weken voor uitzending, blijkt er bij inventarisatie niet
veel voorhanden te zijn.
Dimitri Frenkel Frank, werkt aan een filmclip van een minuut
of 6 waarin hij de rol van Net 3, als aanjager van de Nederlandse
speelfilm zal belichten. Basis daarvoor is Bert Haanstra’s film
Fanfare.
Verder bereidt regisseur Frans Weisz een toneelscene voor
waarin verschillende genres met elkaar verweven zijn. De
diepere betekenis daarvan is de stimulering van Nederlands
televisiedrama in een breed scala. Van volkstoneel tot thriller,
van historisch kostuumdrama tot postmodern.
2 Thema's waarover Rooyens zich geen zorgen meer hoeft
te maken.
Van de 120 minuten programma blijven er, zo lijkt het althans
nog (maar) 108 over. Titel van het programma:
‘Net wat je zoekt.’
Een dramaturgie is er niet. Men had onder anderen wel eens
gesproken met Peter Faber als mogelijke acteur/presentator,
maar wat hij zou moeten presenteren was nooit geconcretiseerd.
Rooyens ontwikkelt een concept en bedenkt als vorm een
oneindige (360 graden) studiogang. Samen met ontwerper
Roland de Groot gaat hij aan de slag om het programma een
gezicht te geven.
De Groot zorgt binnen de kortste keren voor een sublieme
vormgeving. Die snelheid was noodzakelijk omdat er, gelet op
de korte nog resterende tijd, dringend gebouwd diende te worden.
De gang moet de vitaliteit, dynamiek, creativiteit en ambitie
visualiseren van het nieuwe net. Er is letterlijk dag en nacht
gewerkt, om het programma inhoudelijk van de grond te tillen,
tekstschrijvers aan het werk te zetten, componisten aan te sturen
en medewerkers (artiesten, acteurs/actrices, kunstenaars,
filmers, zangers/zangeressen, dansers, prominenten en
figuranten) aan te trekken. Een gigantische organisatie en
planning die vanwege een professioneel ijzersterk productieteam
vlekkeloos verliep.
Frans Weisz, zorgde nog voor een verrassing. Roland deGroot
had hem gesproken en geïnformeerd naar zijn wensen voor het
ontwerp. Weisz, was er met de tekstschrijver nog niet uit en kon
slechts het allesomvattende basisidee vertellen.
Daarop tekende de Groot een decor. Weisz was er niet helemaal
happy mee, maar kon bij gebrek aan een definitieve versie van
het script, de Groot niet uitleggen wat hij veranderd zou willen zien.
De decorbouwers konden niet langer wachten. Toen het decor in
de studio stond opgebouwd kwam Weisz kijken en verlangde
allerlei mutaties.
De Groot gaf er de brui aan en vertrok. Rooyens, de overall
regisseur, werd met de problemen geconfronteerd. Hij liet een
aantal elementen, die de regie van Weisz in de weg zaten slopen
en drong er bij hem op aan om te beginnen met de camera-
repetitie.
Weisz en Rooyens, die elkaar al heel lang kennen en waarderen,
zei, dat hij geen camerascript had en dat daar met hem ook geen
afspraken over konden worden gemaakt, simpelweg omdat hij
geen televisieregisseur is en ook geen ervaring heeft met
meercameraregie.
Om de impasse te doorbreken, pakte Rooyens een script, ging
met Frans Weisz door de mise en scene, coupeerde de scene in
shots en nam hem op.
Zeer motiverend bij de hele productie was de altijd inspirerende aanwezigheid van Peter Faber. Hij bleek met zijn talenten het
ideale vehikel om een interessant en geslaagd programma af te leveren.
10 september 1988 "Haal 't doek maar op"
Vanuit de Stadsschouwburg Amsterdam, de uitreiking van de
theaterprijzen. Het programma werd gepresenteerd door
Annemarie Oster en een stoet van prominenten uit de wereld van
theater en kunst. Het was een live-programma. Tijdens de
uitzending klonk er vanuit een aanliggend cafe op het Leidsche
Plein zulke luide muziek, dat het in de uitzending te horen was.
Rooyens' zoon Rinke, die uit belangstelling aanwezig was, werd
er met de productieportemonnee op uit gestuurd om middels een
rondje van de crew, de muziek te laten zwijgen.
Dat lukte!
Na een kwartier begon het lawaai opnieuw. De portemonnee
moest er weer aan te pas komen en omdat men in de kroeg
begrepen had hoe het werkte, ging de frequentie ook flink omhoog.
Het programma dat een mooie theatertraditie in de geest van de
Tony-awards kunnen worden, maar werd door een actie van
choreograaf Rudi van Dantzig om zeep geholpen. Het was een
Joop van den Ende productie en die naam stond voor van
Dantzig voor alles wat vuig en lelijk was. De theaterkunsten
mochten volgens hem niet verkwanseld worden aan
kapitalistische uitbaters.
Rooyens: ' Als er een is die veel, met hoge kwaliteit en met
smaak aan het theater heeft teruggegeven, dan is het Joop.
Het was een belachelijke maar effectieve actie. Een jaar later
werden de theaterprijzen in een ambiance van tafelkleedjes en
rieten stoeltjes, uitgereikt in de foyer van een schouwburg.
Als er nou iets treurig was en gespeend van elke allure, dan was
het die bijeenkomst. Respect voor het theater werd daarmee
geen enkele dienst bewezen, integendeel.
In 1989 zendt de NOS naar aanleiding van de toekenning van de
Bird Award aan Art Blakey een twee jaar eerder door
Bob Rooyens gemaakt portret van deze drummer uit. [31]
1989 Is ook het jaar waarin Joop van den Ende zijn eigen zender
TV10 wil beginnen. Op verzoek van van den Ende, concipieert
Rooyens, samen met ontwerper Roland de Groot, het
openingsprogramma.
Alle enthousiasme ten spijt, is het er niet van gekomen. De
aanvraag voor een zendlicentie wordt door het Commissariaat
voor de Media afgewezen en van den Ende stond met lege
handen. De productiemachine van Joop van den Ende
Producties stond stil.
John de Mol was in die tijd in vergelijking met van den Ende ,
een kleine firma. Het bedrijf produceerde Medisch Centrum
West, een paar magazine-achtige programmaatjes en ‘Doet
'ie ’t’ als een eenvoudige tribuneshow met minimaal decor.
De boycot van van den Ende door de publiek rechtelijke
omroepen gaf productiebedrijven als de Mol en Stokvis, de
kans om hun marktaandeel flink te vergroten.
Het is in die periode, dat de Mol contact zocht met Rooyens
en vroeg om een serie programma's voor hem te willen
regisseren.
Ondanks de temperatuur, die tussen Rooyens en van den Ende
nog wel eens hoog op kon lopen, (twee gedreven mannen,
beide altijd uit op het beste resultaat, beide emotioneel) voelde
Rooyens een grote solidariteit met van den Ende. (Zakelijk altijd
correct, nooit de goedkope oplossing zoeken maar de beste, als
dat geld kostte dan moest dat maar, veel passie.) Rooyens
zocht contact met hem en vroeg zijn mening over het aanbod
van de Mol . Van den Ende raadde Rooyens aan, om met de
Mol in zee te gaan.
In betrekkelijk korte tijd zette Rooyens het bedrijf van de Mol
op de kaart als showfabriek. Van Doet 'ie 't maakt hij een
volwassen amusementsprogramma. Hij zet Loveletters op, de
kaskraker met Linda de Mol en de 100.000 Show .
Ondanks het feit, dat Rooyens en de Mol het aanvankelijk goed
met elkaar kunnen vinden verpietert Rooyens in het lege milieu
van het bedrijf. De Mol grossiert in medewerkers die weinig tot
niks mogen kosten. Dat zijn over het algemeen niet de beste.
Rooyens krijgt te maken met een volslagen onervaren en
incompetente uitvoerend producente. De kwaliteiten die de Mol
in haar ziet, moeten op een heel ander vlak liggen dan die waar
het bij een ingewikkelde televisieproductie om gaat. Wat fout
kan gaan, gaat fout. De Mol grijpt niet in. Zijn argument is, dat
hij niemand anders kan vinden. Zijn gedachte lijkt, Rooyens
knapt het wel op. Na een seizoen had Rooyens het wel gezien.
Hij wilde meer tijd om programma's te maken die hem
inhoudelijk meer te zeggen hadden. De Mol dringt er erg op
aan om te blijven. Rooyens wil dat het auteursrecht op zijn v
ormgevingsconcept wordt vastgelegd in een contract. Binnen
de vriendschappelijke sfeer waarin beide met elkaar omgaan
zegt De Mol van alles toe, maar concretiseert niks. Wel vraagt
hij om naast Loveletters en 100.000-show, toch ook nog
‘Doet 'ie ’t’, het programma waar Rooyens helemaal geen zin
meer in had, erbij te willen doen. De Vlaamse televisie was
als co-producent ingestapt en het was voor hem, de Mol heel
belangrijk dat Rooyens bij de show betrokken zou blijven. Een
klein probleempje was het bescheiden honorarium dat de Vara
voor de regie wilde betalen, maar Rooyens zou hem een
enorme dienst bewijzen, om desondanks toch de regie te
doen.
Wanneer RTL-Duitsland interesse toont in de programma's
doet Rooyens hem het idee aan de hand om dezelfde show in
hetzelfde decor in twee talen op te nemen. De financiële
voordelen daarvan zijn uiteraard voor alle partijen zeer aan-
treffelijk. Rooyens had dat idee eerder gepraktiseerd bij
Johnny & Rijk en met Joop van den Ende en de WDR had
hij via Hannes Hoff aan een soortgelijke constructie gewerkt
bij de serie: ‘Way of life.’
Rooyens wordt gevraagd om in Parijs een groot gala te
regisseren ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Peter
Ustinov. De Duitse producent vraagt Rooyens om ook de
productie op zich te nemen. Probleem is de volle agenda.
Rooyens stelt voor om de Mol de productie te laten verzorgen.
De Mol is verbaasd, verguld en onzeker. Zou hij zo 'n klus wel
aankunnen?
Er vindt bij Rooyens thuis een bespreking plaats tussen de
Duitse producent, de Mol en Rooyens. De omvang is groot, de
tijd is kort en de Mol durft het niet aan.
Intussen gebeurt er op het politieke wereldtoneel ook zo het
een en ander. Ceaucsescu wordt verdreven en Roemenië
schreeuwt om morele en financiële steun. Rooyens stelt voor
om een grote nationale actie te lanceren als morele steun-
betuiging, tevens financiële inzamelingsactie op te zetten. Hij
zoekt samen met Gerrit den Braber contact met de
mannen en vrouwen waarmee ze eerder in Boekarrest
hebben samengewerkt. Het plan voor de uitzending wordt
daar emotioneel omarmt.
In korte tijd wordt het nationale programma
‘Help de Roemenen’, in elkaar gezet.
Nederland toont veel sympathie met de Roemeense
vrijheidstrijd.
Alle medewerkers werken gratis en staan hun gage af voor het
goede doel. Producent de Mol mag 20% van de niet geringe
opbrengst aftrekken als kosten.
Als iedereen uit solidariteit de gage inlevert, voelt het niet zo
goed als de producent als enige aan het werk van allen, geld
verdient.
Als blijkt, dat de Mol een programma-idee van Rooyens
schaamteloos jat, een afspraak over een dramaserie niet
nakomt en hem ook nog eens financieel blijkt te hebben
belazerd met betrekking tot de gage voor ‘doet ‘ie ’t’, is de
maat vol.
Begin '91 eindigt de samenwerking.
Eind '89 begint van den Ende Producties weer een beetje op
gang te komen. Vanaf december regisseert Rooyens een serie
Wedden Dat voor het Belgische VTM. Begin 1990 sluit van den
Ende tegen wil en dank, een deal met de groep die wel een
zendlicentie heeft gekregen, RTL-Veronique en ook voor die
zender wordt een serie Wedden Dat geproduceerd.
In Duitsland valt in 1989 de Berlijnse Muur. Rooyens wordt
door de ARD gevraagd een concept te schrijven voor een
kerstprogramma waarin historisch besef en verzoening centraal
staan. Het zal de eerste coproductie worden tussen de
Oostduitse- en de Westduitse televisie. Een eervolle
opdracht.
Rooyens baseert zijn concept op 4 thema's. Verleden, (de
scheiding) De Elementen (eeuwigheid), Doorbraak (val
van de muur), Verzoening. (nieuwe eenheid)
Het programma krijgt de titel "Mach hoch die Tür, die Tor
macht weit" naar een lied van Georg Weissel uit de 17e eeuw.
Het programma heeft een muzikaal klassiek karakter en zal
worden opgenomen in Das Schauspielhaus de prachtige
officiële muziektempel van het voormalige Oostduitse regime.
De Dresdner Staatskapelle staat onder leiding van
Felix Leitner.
Solisten zijn o.a. Hermann Prey, Doris Soffel, Siegfried
Jerusalem en het Zagorsk Monastery Choir.
Heinz Rühmann , de in Oost en West alom geliefde acteur,
zal begeleid door harpiste Maria Graf, voorlezen uit het
Evangelie van Lukas.
De eerste bespreking met de directie van het Schauspielhaus
had een merkwaardig verloop. Rooyens, begeleidt door zijn
Produktionsleiter, vertelde aan de (nog steeds in functie zijnde)
directie uit het Honnecker tijdperk wat zijn plannen waren.
Het was zo kort na de Wende een onzekere tijd voor de
Oostduitsers. Niemand was zeker van zijn baan, had geen idee
hoe de nieuwe situatie zich zou ontwikkelen, kende alleen de
oude directieven van de partijleiding. De directie van het
Schauspielhaus vouwde plattegronden open en vertelde aan
Rooyens , waar hij camera's mocht neerzetten en waar plaats
was ingeruimd voor spots. Alles keurig gemarkeerd op
plattegronden van het oude regime.
Rooyens legde uit, dat hem een andere camera line-up voor
ogen stond, dat de voor spots gereserveerde plaatsen niet
voldeden aan zijn lichtplan en dat er bovendien stoelen moesten
worden verwijderd, om rails te kunnen leggen voor de kraan.
De gezichten van de directieleden toonden verbijstering. Hier
voltrok zich voor hun ogen, de verandering van de nieuwe tijd.
Niets was meer wat het geweest was. De stoelen gingen eruit.
De kraan kwam erin, de camera's stonden op andere posities
en het lichtplan dat voorheen braaf voldeed aan het ‘plat’
uitlichten van een symfonieorkest, was omgebouwd tot een
sfeervolle toverdoos. De shock was groot.
Een mogelijk probleem van een hele andere orde voor
Rooyens, betrof de medewerking van Heinz Rühmann. Een
verzoenender, geliefder, vader des vaderlands, was er eigenlijk
niet.
Rooyens verheugde zich enorm op de samenwerking met deze
ikoon van film en theater. Maar ja, hij was al 88 jaar. Broos, met
een kwetsbare gezondheid. Zou hij de inspanning aankunnen?
Zou hij wel fit en gezond genoeg zijn? Rooyens zocht contact
met Rühmann en stelde voor om een vooropname met hem te
maken, zodat zijn medewerking (waar hijzelf ook zeer veel prijs
op stelde) hoe dan ook gewaarborgd zou zijn. Rühmann
vond het een goed idee, zodat Rooyens met een camerateam
afreisde naar zijn huis aan de Starnbergersee bij München.
Er zaten enkele weken tussen de opname bij hem thuis en de
opname in het Schauspielhaus, Berlijn.
Rühmann was er live bij. Broos, maar fit en monter. Zijn vrouw
bedankte Rooyens voor de vooropname. Hoewel nooit gebruikt,
was het voor haar man een geruststellende gedachte geweest
dat hij ook bij eventuele gezondheidsklachten aan het
programma een bijdrdage zou leveren.
Bijna 4 jaar later op 30 oktober 1994 overleed hij.
In 1991 wordt Rooyens door Jose Montes-Baguer, kunstpaus
van de ARD en Arte gevraagd om met gebruikmaking van de
nieuwe HD-techniek, het verhalende ballet, LuLu van
Wedekind, in de choreografie van Jochen Ullrich, te
regisseren.
Sony heeft de eerste reportagetrein met de nieuwe High
Defenition techniek in Berlijn gestationeerd en wil graag
participeren in een aansprekend project. Montes-Baguer meent
in de combinatie van choreograaf Jochen Ullrich en regisseur
Bob Rooyens de juiste combinatie te hebben gevonden voor
deze eerste Europese HD-productie.
Rooyens ziet de voorstelling in het Stadttheater in Duisburg
en maakt daarbij kennis met Ullrich. Ze kunnen het meteen
goed met elkaar vinden. De theatervoorstelling is voor een
televisie-uitzending te lang, daar moet dus iets aan gebeuren.
Bovendien is een theaterchoreografie gebaseerd op
continuïteit, weinig detail en een ruimtelijk gebruik in de breedte.
Het televisiebeeld verlangd diepte. Kent close-ups voor het
detail, kan de handeling decouperen en editen.
De twee media zijn te verschillend om via een theaterreportage
tot een optimaal televisieresultaat te komen.
Rooyens laat de voorstelling van bijna 2 uur, met 1 kamera in
een totaalbeeld opnemen. Hij snijdt die band terug naar 50
minuten.
Scenes zijn ingekort en waar overbodig weggelaten. De
consequentie daarvan vereist aanpassingen en hier en daar
herchoreografie. Nieuwe aansluitingen, andere danslijnen.
Met Ullrich werkt hij een lang weekend aan de nieuwe edit van
het ballet. Daarna wordt er met de dansers nog een week in
de balletstudio gewerkt aan de inkortingen en veranderingen.
Synchroon daaraan schrijft Rooyens een camerascript waarin
niet alleen de camera-instellingen vermeld staan, maar ook
de aanwijzingen voor scriptgirl en editor.
Rooyens had 10 studiodagen ter beschikking. De eerste dag
ging verloren aan het omgaan met de HD-cameratechniek. De
beelden waren technisch prachtig, maar de cameravoering,
waarvoor Rooyens zijn vaste team uit Holland had meege-
nomen, vereiste aanpassing.
Een nadeel van HD was de afwezigheid van technische
middelen voor beeldmanipulatie. Daarmee diende rekening te
worden gehouden bij het maken van het draaiboek en bij de
uiteindelijke editing.
Het resultaat, ging in grootbeeld-projectie met veel succes in
premiere als openingsfilm van de Funkausstellung in Berlijn.
Op het International Electronic Cinema Festival in Tokyo,
werd het programma bekroond voor de beste regie.
Begin 1992, wordt Rooyens gebeld door Joop van den Ende .
Joop heeft via een partnerschap met Rudi Carrell, voet aan de
grond gekregen in Duitsland. Hij heeft 3 series verkocht.
Superfan, Showmasters en een Duitse variant van het
consumentenprogramma ‘Ook dat nog’, onder de titel
Wie bitte...?!
Van den Ende wil in Duitsland goed voor de dag komen en
meent dat Rooyens als bekend en geacht regisseur bij de
Oosterburen, naast Rudy Carrell een prima ambassadeur
is, voor zijn nieuwe bedrijf.
Hij vraagt hem om de drie series voor hem te regisseren.
Rooyens die ondanks zijn incidentele clashes met Joop, hem
om allerlei redenen zeer waardeert, wil hem graag ter wille zijn,
maar heeft andere afspraken en verplichtingen.
Joop dringt aan.
Hij wil de zekerheid dat bij zijn entree op de Duitse markt, er
alles aan gedaan is, om zo goed mogelijk voor de dag te
komen.
Rooyens zegt het een en ander af en laat van den Ende weten,
dat hij twee series kan doen, maar geen drie.
Hij raadt hem aan om voor Wie bitte..?! , qua regie een
betrekkelijk eenvoudig programma, iemand anders te
zoeken.
Van den Ende is opgelucht en gaat akkoord.
Bij de eerste de beste ontmoeting in Keulen met van den
Ende's partner Carrell heeft Rooyens al meteen een conflict.
Carrell heeft buiten medeweten van Rooyens om, een
ontwerper opdracht gegeven een decor te bedenken voor
Superfan. Rooyens ziet de maquette en vindt het een lelijk,
smakeloos, ouderwets, onpraktisch ontwerp en keurt het af.
Carrell meent dat het ontwerp heel goed is, waarop Rooyens
hem aanraadt om dan zelf de regie maar te doen.
Van den Ende krijgt de maquette te zien en keurt het ontwerp
ook af. Hij geeft Rooyens ‘carte blanche’ om een nieuwe
ontwerper te zoeken. Rooyens belt Roland de Groot en een
paar dagen later is er een nieuw decor.
Carrell was not amused. De samenwerking tussen Carrell en
van den Ende was ook niet optimaal. Twee sterke persoon-
lijkkleden met grote ego’s en verschillende opvattingen en
inzichten zijn niet bepaald de ideale partners voor een
harmonieus huwelijk. Het verstand hield ze een tijdje bij
elkaar, maar het samenwerken corrodeerde en zou enige tijd
later ook beëindigd worden.
De serie ‘Superfan’ werd met een geheel Nederlandse crew,
geproduceerd in de Duitse Mohnheim Studio's en was,
afgezien van het tamelijk dunne concept, een wekelijks feest
voor iedereen die er bij betrokken was.
Showmasters, werd geproduceerd in Studio Aalsmeer.
Lulu (1991)
Op verzoek van de Vara bedenkt Rooyens in 1992 samen
met de gerenommeerde reclamemaker Bert Voorwinde een televisie-
concept waarin de facettering van de reclame centraal staat.
Titel van het programma is ‘De Verleiding’. Het wordt
gepresenteerd door Astrid Joosten.
Rooyens laat een reclamefabriek ontwerpen, waarin o.a. een
teststudio, een filmstudio, een ontwerpstudio, conferentieruimtes en
viewingruimtes zijn opgenomen.
Er worden clips getoond, er zijn interviews en er is publieks-
participatie. Voor de vormgeving worden de middelen die de reclame
ten dienste staan niet gemeden. De serie is redelijk succesvol en de
Vara gaat ermee door.
Rooyens heeft andere besognes en stopt als regisseur van de
Verleiding. (Hij is als auteur/regisseur nauw betrokken bij de opstart
van de nieuwe cultuurzender van Frankrijk en Duitsland Arte )
In het tweede seizoen breekt de nieuwe regisseur van de 'Verleiding'
per uitzending steeds meer af van het oorspronkelijke dynamische
decor. De gedachte less is more wordt hier rigoureus gepraktiseerd.
Rooyens: ‘less is vaak ook echt 'less'.
De nieuwe regisseur weet kennelijk geen raad met alle mogelijk-
heden van het decor en na een paar uitzendingen is de dynamiek
totaal verdwenen en worden er alleen nog maar gesprekken gevoerd
aan tafel. Het programma is overwegend teruggebracht tot een
talkshow over reclame. Kijkdichtheid daalt, waardering zakt en
binnen een seizoen is het programma om zeep geholpen.
Hij
maakt Kultursprung een
cultuurshow opgedeeld in de decennia na
Begin november is Rooyens in Shanghai als internationaal jurylid
van het belangrijkste Aziatische Film- en Televisiefestival: Magnolia.
Rooyens vindt het leuk om zo af en toe voor de lol en de kick een
(meestal live) rockconcert te regisseren. Zijn vriend Peter Rüchel
(grondlegger van RockPalast) vraagt of hij belangstelling heeft in
een rockconcert met Keith Richards.
Midden november 1992, vertrekken ze voor een week naar
Kopenhagen om met Richards, die daar repeteert met zijn
eigen band the X-pensive Wino's een aansluitend rockconcert in
het Sportpalast Köln voor te bereiden. Heerlijke tijd.
Op 29 november gaat het programma live de lucht in.
In 1993 heeft de NPS (weer) een probleem. In het kader van het
Holland Festival, waar de NPS financieel substantieel aan bijdraagt,
is afgesproken dat de nieuwe opera Antigone van Ton de Leeuw,
zal worden opgenomen. De daartoe aangezochte regisseur is ziek
geworden of anderszins ongesteld en niet in staat de opdracht uit te
voeren. Rooyens opnieuw (na het openingsprogramma 3e net) in de
rol van troubleshooter.
Met videocamera's een voorstelling in het theater fotograferen is
naar het oordeel van Rooyens te oneigenlijk om aan de prestatie
van betrokkenen, recht te doen. Camera's staan op vaste posities.
Bij de positionering moet rekening worden gehouden met de zicht-
lijnen van het publiek. Er wordt met degene die over de kassa gaat
eeuwig gezeurd en gechicaneerd over het aantal zitplaatsen die een
camera in beslag neemt.
De mise-en-scene ontwikkelt zich in de breedte. Dat dwingt tot absurd
ruime totalen. Niet een televisie-dramaregisseur van enige kwaliteit,
zou ooit op die manier een mise-en-scene in elkaar zetten. Televisie,
dwingt door de beperkte afmetingen van het beeldscherm om de
close-up te gebruiken voor details. Details van handeling, details van
emotie. In de totaalshots staan de ogen van de protagonisten op 2
beeldlijnen. Knap, wie daar nog emotie in herkent. De beeldvoering
is noodgedwongen plat. Close-ups kunnen alleen worden gemaakt
met behulp van lange lenzen. Dat betekent, dat de inhoud van het
beeld is samengeperst. Er is geen ruimte meer in het plaatje,
waardoor de toeschouwer, onbewust in ademnood raakt.
Kortom, doe je werk goed en ga naar een studio, of gebruik het
theater als studio, zonder enige beperking van uitbater of bezoeker.
Laat je camera's vliegen en dansen en geef de uitvoerenden de kans
om intiem en klein te zijn in plaats van luid en groot.
Voor de televisieversie worden 3 dagen vrij gemaakt.
Het concept van Rooyens, gaat uit van storytelling en niet van een
beeldverslag van de voorstelling. Een noodzaak om het orkest te
gebruiken is er niet. De opname zal geschieden met playbackbanden.
De aanwezigheid van een mimend orkest zal alleen maar de aandacht
van het verhaal afleiden.
Rooyens bespreekt zijn opvatting met de productieleiding en stelt voor
om zelf de dirigent Reinbert de Leeuw tekst en uitleg te geven.
Rooyens wordt verzocht dat aan de productieleiding over te laten.
Helaas gebeurd dat niet. Op de eerste opnamedag in de Wester
Gasfabriek ziet Rooyens Reinbert de Leeuw rondlopen. Hij spreekt
hem aan en merkt dat de Leeuw door de productieleiding niet op de
hoogte is gebracht. Een pijnlijke situatie. De Leeuw verontwaardigd.
Zijn vriend van Vlijmen directeur van het Holland Festival, kwaad.
Niet op de productieleiding, maar op Rooyens.
Rooyens die Reinbert de Leeuw hoog acht, vindt de nalatigheid van
de productieleiding buitengewoon vervelend. Zo slordig hoor je met
niemand, maar zeker niet met een man met zijn verdiensten,
kwaliteiten en portuur om te gaan.
Rooyens ging op zijn eigen wijze aan het werk. Paste hier en daar
de mise-en-scene aan. Gebruikte de middelen en taal van televisie
om er een zelfstandig werk van te maken.
Op de persconferentie voorafgaand aan de uitzending toonde van
Vlijmen, in tegenstelling tot de pers, weinig enthousiasme.
De componist van Antigone, Ton de Leeuw daarentegen was lyrisch.
De Leeuw, schreef Rooyens een emotionele dankbrief.
In de jaren daarna maakt Rooyens voor de Duitse commerciële
zender Sat 1, een aantal amusementsseries. Hij geniet, als altijd
van het werken met een ploeg in de studio, maar inhoudelijk
kunnen de programma's hem steeds minder bekoren.
De commercie, die programma als middel ziet en niet als doel, rukt
steeds agressiever op.
Zijn hart ligt veel meer bij de programma's die hij voor de WDR en
Arte maakt. Met het Ballett der Deutsche Oper am Rhein in de
choreografie van de Zwitser Heinz Spoerli maakt hij het avond-
vullende ballet "Summernight Dreams", naar Shakespeare.
de
2 e wereldoorlog.
Met
de gebroeders Stockhausen ,
het openair concert Musik Jubilee
In 1995 schrijft en regisseert hij het Vara-jubileumprogramma
De nacht van de vrouw van de warme bakker.
De nacht valt in. De vrouw Astrid Joosten, kan niet slapen en
besluit haar man (Peter Tuinman) in de bakkerij te verrassen, met een kopje thee. Daar betrapt ze hem met de aantrekkelijke bakkersassistente (Maike Meijer) tussen wolken meel en knedende deegmachines in een orgie van room en zelfrijzend genot.
In shock loopt ze de stad in en wordt opgenomen in een ketting van beroemde filmcitaten. Vara presentatoren en prominenten spelen daarin de protagonisten. Aan het einde van haar
avontuurlijke tocht keert de vrouw zelfverzekerder en zelfbewuster terug in de bakkerij voor de afrekening. Ze wekt haar man's begeerte en verlangen met de striptease-scene uit “Nine and a half weeks’. Niet om hem terug te winnen, zoals de bakker kwijlend hoopt en denkt, maar als afscheidstatement.
Begeleidt op de tonen van het oude socialistische strijdlied
‘Op naar het licht’ verdwijnt ze aan de horizon op weg naar een nieuw leven.
In de periode hierna concentreerde het werk van Rooyens
zich op producties van de ARD en Art.
In 1997 wordt hij gevraagd iets origineels te bedenken ter gelegen-
heid van de 350jarige herdenking van de Vrede van Münster.
Hij schrijft een scenario, vanuit de aanname, dat televisie in 1648
(het jaar waarin de Vrede van Münster getekend werd) al bestond.
Het programma krijgt het karakter van een CNN breaking news
report.
Correspondenten van de ARD(1e Duitse net) worden ingezet om
breaking news en reportages te verzorgen met historische feiten
waarin het gedachtegoed, de cultuur en de tijdgeest zijn verwerkt.
De correspondent bij het Vaticaan breekt in met de newsflash, dat
Galileo Galilei door de paus huisarrest is opgelegd. Omdat hij
tegen het dogma van de katholieke kerk in, volhoudt dat de aarde
rond is.
In de kroegen wordt gedronken, gefeest en geroddeld. Met de
gezanten wordt op cabareteske wijze de draak gestoken. Er zijn
interviews met notabelen, reportages van emotionele toespraken
en live schakelingen met de Friedenssaal, waar de
voorbereidingen voor een groot banket, ter gelegenheid van
de ondertekening in volle gang zijn.
Onder in beeld loopt de beurs ticker mee met de laatste koersen,
naast een ticker die jaartallen met statistieken weergeeft over de
oorlogen en aantallen slachtoffers die na 1648 (het jaar van de
eeuwige vrede meende men toen) in oorlogen gevallen zijn.
De vorm blijkt een vehikel om op een aantrekkelijke, inzichtelijke
wijze, geschiedenis voor een breed publiek interessant te maken.
Draaiboek
Programma frames
Hij maakt voor Arte en de ARD, Kultursprung een cultuur-
show opgedeeld in de decennia na de 2e wereldoorlog.
Met de gebroeders Stockhausen het openair concert
‘Jubilee’, ter gelegenheid van het 2e lustrum van de ‘Kölner
Philharmonie’. De muziek, gecomponeerd door de
Stockhausen’s, omvat jazz, pop naast klassieke invloeden
en kent een scala aan uitvoerenden, waaronder de WDR
Big Band.
Rooyens keert nog een aantal malen, op uitnodiging van de
Chinese Televisie, terug naar China. Hij wordt, opnieuw
gevraagd als jurylid, houdt lezingen en geeft masterclasses.
Met choreograaf Jochen Ullrich, schrijft hij het scenario voor
het videoballet Get up Early, waarover hij tevens de regie
voert.
Bij de uitreiking van de Gouden Beelden, eind 2004, wordt hij door zijn collega's onderscheiden met de ‘Carriere Award’.
In 2006 maakt hij voor de WDR 'Made in Europe' een
grappige confrontatie tussen Duits sprekende journalisten en
tv-presentatoren uit andere Europese landen. Merkwaardige
verschillen in leefwijze, smaak, gewoontes, opvattingen en
eigenaardigheden tussen de volkeren onderling, leiden aan de
hand van voorwerpen, filmpjes, statistieken en andere
middelen tot ongeloof, interessante informatie en hilariteit.
In de jaren erna houdt Rooyens zich intensief bezig met het
ontwikkelen van allerlei projecten en is hij de reflector voor
zijn zoon die begin 2000, een inmiddels zeer succesvolle
televisie productiemaatschappij is gestart in Polen, onder
de naam ' Rochstar'. http://rochstar.tv/
Ook mengt hij zich met enige regelmaat via columns op zijn
eigen website in het publieke debat. In hoofdzaak gaan de
columns over zenders, omroepen en programmazaken, maar
ook thema's met maatschappijkritische onderwerpen, mijdt hij
niet.
In 2019 ontvangt hij een tweede Oeuvre Award. Dit maal is het
de Dutch Directors Guild die hem eert.
In 2011 wordt Rooyens onderscheiden met een Edison
voor zijn concertfilm met ‘Aretha Franklin’.
1* Renso van Bergen: “Bob Rooyens. Vorm als transporteur van inhoud”, Aether nr. 48, juli ’98, blz. 5.
2* Wereldkroniek medio ’66.
3* Auditie beatgirls voor 'Moef Ga ga'. Audionr. HAC542 (13'24") op 3 jan. '67.
4* Interview van Ageeth Scherphuis met Bob Rooyens en Jef de Groot (1'56") Filmnr. 81848/18375G
5* Balletfragment uit 'Männer, wir kommen' (2'55") van de WDR; uitgezonden door de AVRO op 21 april
'71. In Duitsland leidt het werk van Rooyens tot een brievenstroom met afkeurende teksten.
6* Compilatieband nr. AR30159 (10'42") AVRO op 6 juli '68.
7* Filmnr. 3/3168 (19'16") AVRO op 14 okt. '67.
8* Bandnr. AR42077 (30'10") AVRO op 4 april '68.
9*”Sessie" bandnr, AR 42546 (32'00") NTS op 1 okt. '68.
10* AVRObode nr. 48 (28 nov. '70). blz. 9
11* 22 jan. '72 in "Aquarius" (23.40 – 00.40 uur).
12* Bandnr. TD52461 (24'19"0 AVRO op 8 jan. '79..
13” Bandnr. TD42915 (48'30") op 30 juni '80.
14* Compilatie in "Jazzpodium" (29'46") AVRO op 1 juli '85.
15* Bandnr. TD42903 (54'38") op 23 nov. '79.
16* Bandnr. TD43133 (53'08") AVRO op 15 juni '80.
17* ”De DSC-reünie". Bandnr. TD28993 op 13 sept. '80.
18* "De Dixieland Pipers" (20'20") AVRO op 24 juli '81.
19* Bandnr. TD47311 (44'55") AVRO op 21 febr. '81.
20* Bandnr. TD27221 (23'00") AVRO op 18 sept. Zie ook op 24 april '81.
21* Bandnr. TD29230 (73'25") AVRO op 15 jan. '83. Zie ook 20 okt. '81.
22* Bandnr. TD42679/42550/3711 (96'03") NOS op 23 febr. '83.
23* TD291 (89'29") AVRO op 22 aug. '83.
24* Bandnr. TD34819 (51'10") AVRO op 21 april '84.
25* Bandnr. TD27354 (85'11") NOS op 8 juli '87.
26* Bandnr. TD38795 en 38533 (140'42") AVRO op 14 dec. '87.
27* Dit programma wordt op 26 dec. '91 herhaald.
28* Bandnr. TD40272 (74'19") VARA op 27 dec. '87.
29* Bandnr. TD37202 (75'50") VARA op 10 nov. '88. Zie ook 19 nov. '87.
30* Bandnr. TD40666 (54'00") NCRV op 26 april '88.
31* Bird award voor Art Blakey". Bandnr. TD3688 (20'39") NOS op 15 juli '89.
32* Bandnr. TD41559 (onbekend) TROS op 5 jan. '90.
33* Bandnr. TD40944 (onbekend) TROS op 20 mrt. '91.
34* Bandnr. T976 (50'56") KRO op 26 okt. '74.
35* Banndr. TD12898 (55'02") TROS op 29 dec. '75.
36* Bandnr. TD3728 (41'19") AVRO op 4 juni '83.
37* Bandnr. TD563 (41'30") AVRO op 13 april '84.
38* Bandnr. TD1114 (87'15") VARA op 16 april '86. Zie ook 30 okt, 20 nov. 11 dec. '85 en 1 en 22 jan. '86,
12 febr., 5 en 23 mrt '86.
39* Bandnr. TD57816 (88'17") KRO op 21 mrt. '87.
40* Bandnr. TD 43651 (89'55") NOS op 4 april '88.
41* Bandnr. AR30988/30989 (84'57") KRO op 8 april '88,
42* Bandnr. TD32098 (24'06") KRO op 19 sept. '88.
43* Bandnr. TD7004 (47'27") VARA op 4 nov. '95.
44* Voor de vuist weg" (163), bandnr. TD54796 (72'03") AVRO op 27 okt. '78.
45* Bandnr. TD42476 (55'00") AVRO op 15 juli '79.
46* ”Mens voor de lens". Bandnr. TD43488 (60'00") AVRO op 20 april '80.
47* Bandnr. TD51838 (74'27") AVRO op 4 nov. '79. Eveneen sop 31 mrt en 26 mei '79.
48* Bandnr. TD40313 (59'15") AVRO op 15 juni '83.
49* Bandnr. TD3774 (63'55") VRO op 19 sept. '83.
50* Bandnr. TD451 (71'04") AVRO op 40 april '84.
51* Deze band is een verkorte versie van een eerdere uitzending op 12 nov. '88.
52* Bandnr. TD3997 (68'48") VOO op 21 jan. '89.
53* Bandnr. TD2610 en 4016 (117'40") AVRO op 27 febr. '89.
54* Bandnr. TD31714 (94'26") TROS op 1 aug. '89.
55* Bandnr. TD10562 (49’23”) VOO op 22 nov. ’90 (compilatie).
56* Bandnr. AR26568 (onbekend) VARA op 5 mrt. ’91. Uitzendingen vanaf 8 febr. ’90.