Biografie

BOB ROOYENS producer/regisseur/producent 

Geresearcht en opgetekend door: Arno Weltens, auteur van o.a. Kathedralen en luchtkastelen van de omroep in Hilversum. Een eeuw vintage Beeld & Geluid. Redacteur van diverse tijdschriften.   

Bob Rooyens wordt in Rotterdam geboren Hij is muzikaal. Krijgt piano- en 

gitaarles. Hij schrijft liedjes, hoorspelen en toneelstukken die in kleine kring, 

met vrienden en vriendinnen worden uitgevoerd. Met een schoolbandje, 

toert hij in de avonden en weekends langs personeelsverenigingen en clubs 

die iets te vieren hebben en veelal weinig te spenderen. 

Er volgen radio-opnames voor Avro's jeugdomroep  Minjon .  

Het is zijn eerste kennismaking met  Gerrit den Braber.  

De man die een belangrijke rol in zijn leven zal blijven spelen.  

Rooyens , is verslingerd aan film. 

Wekelijks bezoekt hij in gymnastiekzalen en buurthuizen filmvoorstellingen. 

In de bioscopen wordt het publiek eerst nog geamuseerd met een 

varieteprogramma. Later worden dat populaire deuntjes op het hammond- 

orgel voordat de hoofdfilm begint.  

Rooyens  weet het zeker. Dat is zijn wereld! 

Hij vraagt een beurs aan om in het buitenland film te kunnen studeren. Die  

aanvraag wordt afgewezen. Als het zo niet kan, dan maar anders. 

Hij vertrekt met een vriend  (die als zanger carrière wil maken) naar  

Parijs met de intentie om aan het IDHEC , de Franse filmacademie, te gaan 

studeren.  

Gebrek aan financiën dwingen hem om de studie nog even op te schorten . 

Om te overleven werkt het duo in eerste instantie als straatmuzikanten  

langs boulevards en terrassen. Tijdens een van die optredens wordt hij aan een  

tafeltje genodigd door een echtpaar. Zij schrijft boeken, hij is de Canadese animation-  

regisseur  Jean Letarte. Letarte (op dat moment gastdocent aan het Idhec en naar 

later blijkt een begenadigd gitarist) luistert naar het verhaal van  

Rooyens en biedt hem een stageplaats aan bij zijn nieuwe film.  

Daar leert hij de principes van het vak.  

In het existentialistische Parijs van de jaren 60 heerst de geest van Jazz,  

Sartre, de Beauvoir en Greco In de Rue de la Huchette speelt Bud Powell.  

Het zijn de tijden van Les Tricheur. Rooyens raakt verzeild in studenten- 

gemeenschappen. Slaapt nu eens een tijdje hier, dan weer daar. Overdag 

werken aan de film, s avonds ergens optreden. Met zijn vriend, de  

zanger, lopen ze agency's af, doen audities en worden voorgesteld aan de  

machtigste talentscout van Parijs, Madame  Suzi Louvat. 

Zij regelt een optreden als gast in een tv-show met Lucienne Boyer.  

Wolf Lupi de manager van het Europees zeer populaire Deense jongensduo  

Jan & Kjeld, is geinteresseerd en biedt het duo een contract aan. Rooyens 

weigert, hij wil het filmvak leren. Muziek is daarbij uitsluitend een middel om 

te overleven. 

Gerijpt en rijk aan ervaringen keert  Rooyens naar Nederland terug om de 

dienstplicht te vervullen. Televisie is in opkomst. Tijdens zijn militaire 

diensttijd schrijft Rooyens televisieprogramma's. De NCRV ziet er wel wat  

in en koopt een paar scripts aan. Hij schrijft liedjes, o.a. voor het Vara 

radioprogramma  het Chansonnetje in huis

Rooyens ziet het vernieuwende tv-werk van regisseur Jef de Groot en voelt 

dat bij dat medium zijn toekomst ligt. 

In zijn hommage aan die regisseur in het door hem samengestelde boekje: JEF, 

http://www.bobrooyens.com/Jefboekpage.html 

vertelt hij hoe het werk van de Groot hem raakte en drijfveer werd voor zijn 

ambities. De Avro-televisie vraagt hem, om een programma te schrijven ter  

gelegenheid van een  Pia Beck jubileum. De titel heeft men al bedacht: 

Pia's Boekie. Rooyens schrijft het programma, maar is niet erg gelukkig 

met de manier waarop zijn ideeën door de regisseur zijn omgezet. Hij  

beklaagt zich daarover bij  Ger Lugtenburg de programmaleider en zegt 

dat hij voortaan zelf de regie wil voeren. Lugtenburg ziet wel iets in  

hem en stuurt hem naar de regiecursus.  

Rooyens wordt een programmamaker en regisseur van alle genres.  

Van Opera tot Jazz, van komediedrama tot klassieke en moderne balletten, 

van documentaires tot Rock Concerten. Talkshows, GameShows, 

Popshows, informatieve programma's, kinderprogramma's, literaireshows, 

personalityshows, bigband concerten, klassieke concerten. Geen enkel 

genre ontkomt aan zijn interesse. 

Hij regisseert, produceert, schrijft en bedenkt televisie, nationaal en 

internationaal. Binnen korte tijd valt zijn manier van regisseren op. Het is 

afwijkend en eigenzinnig. Een Rooyensprogramma heeft een eigen 

herkenbare signatuur.  

Zoals de geschiedenis al talloze malen heeft geleerd, leidt verandering tot 

verdeeldheid. Er ontstaat een groep enthousiaste voorstanders en een groep 

tegenstanders.  

Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Belangrijke supporters van Rooyens' stijl 

zijn de prominente journalisten en televisiecritici  Nico Scheepmaker (GPD),  

Wim Jungman (Parool), Henk Huurdeman (Volkskrant) en Frans Happel 

(Haagsche Courant). Notoir tegenstander is de recensent van de Telegraaf 

Leo Riemens. De journalist  Hans van Reysen schrijft:  'Hij is de bekendste 

regisseur in Nederland en de bekendste Nederlandse regisseur in het buitenland. 

Zijn televisieprogramma's worden of diep bewonderd of diep verguisd. Maar 

er is vrijwel niemand, die geen mening heeft over tv- regisseur Bob Rooyens. 

Zijn passie voor experimenteren heeft hem gemaakt tot de Willy Wortel van 

de televisie. De Frankfurter Rundschau schrijft naar aanleiding van de 

uitzending HerzDamen: Er (Rooyens) setzt Zeichen, wie Fernsehunterhaltung 

heute sein könnte. ' Verrückt ', werden auch viele Zuschauer von Bob Rooyens'  

ARD-Show 'HerzDamen' sagen. Aber verrückt ist durchaus ein eigener Wert, 

wenn das Normale spieszige Langeweile ist. 

De Hannoverische Allgemeine Zeitung schrijft naar aanleiding van hetzelfde  

programma onder de koptitel: ' Nie um einen Einfall verlegen ', Das war schon  

ein Leckerbissen. Was Bob Rooyens da in seiner faszinierenden Show vorführte,  

gehört zu jenen optischen und akustischen Delikatessen, die nur ganz selten  

serviert werden.’  

In Die Welt schrijft Valentin Polcuch : 'Bob Rooyens, der einfallsreiche 

Magier  des elektronischen Mediums, hatte wieder seinen groszen Tag. 

En de  Süddeutsche Zeitung schrijft:  'Bob Rooyens, der Star-Mix unter den  

Show-Regisseuren, zapfte wieder seine unerschöpfliche Phantasie  an und 

verquirlte Op- und Pop-Art, Hieronymus-Bosch-Phantastik, TV-Tricks und 

die Hit-Mädchen Sue Kramer und Liesbeth List zu wahren Wunderwerken. 

Veelvuldig wordt werk van hem naar het  Gouden Roos Festival gestuurd. 

Hors- en in concours, representeert hij Nederland met:  Liesbeth List Show, 

Hoofdstuk III, Moef GaGa, Johnny & Rijkshow, Nina meets Boy,  

Hoofdstuk VI, Liesbeth & Ramses, Gala of the Year en Kinderen voor 

Kinderen. 

Duitsland vertegenwoordigt hij met:  Dusty en in seminar met  Männer wir  

kommen.  

It's all in the Game een coproductie met Roemenie, wordt ook voor dat 

land de nationale inzending naar de Gouden Roos. Altijd is er veel 

aandacht voor het werk.  

En ook altijd is er de nodige opwinding en controverse. De Gouden Roos,  

wordt hem ondanks alle voorspellingen steevast onthouden. Wel wint hij de 

‘Rose de la Presse’, een Bronzen roos en 6 eervolle vermeldingen o.a. voor 

Dusty (Duitsland)en It's all in the Game (Roemenië). Het Gouden Roos 

Festival kende in die tijd (tot eind jaren tachtig) slechts 3 rozen, plus de roos 

van de pers. Intussen is bij hetzelfde aantal deelnemende programma's het 

festival opgedeeld in categorieën, waardoor er nu zo'n 18 rozen te verdelen 

zijn. Wat neerkomt op gemiddeld 1 roos per 3 programma's.  


Door de internationale aandacht die hij krijgt maakt zijn werk internationaal 

ook school. Zowel in het buitenland als in Nederland, waren er talloze 

regisseurs, die zijn stijl probeerden te imiteren. Een van de meer geslaagde 

navolgers was regisseur Rob Touber, die er ook openlijk voor uitkwam dat 

Rooyens zijn grote inspiratiebron was. 

In Nederland krijgt hij on 1969 de Nipkowschijf. Internationaal wordt zijn werk 

veelvuldig gelauwerd. In 1972, krijgt hij van de  Akademie der Künste – Berlin 

de kunstprijs van de stad Berlijn. In het juryrapport staat: 'Bob Rooyens hat mit 

seinen für den Westdeutschen Rundfunk zwischen 1969 und 1971 produzierten 

Show- und Unterhaltungssendungen Pionierarbeit geleistet. Im gegensatz zu 

jeder bekannten Praxis in diesem Genre, hat Rooyens begonnen, alle 

Verschmelzung der musikalischen, theatralischen, optische, farblichen und 

dramaturgische Elemente zu nutzen. In seinen Produktionen finden 

Bilderereignisse statt, die mit vertrauten Formen der Fernseh-Show gebrochen 

und stattdessen neue Seh-Weisen und damit Maszstäbe gesetzt haben, welche 

die Arbeit anderer  Regisseure bereits mitbestimmen.' 

In juli 1987 schrijft Wim Beeren, directeur van het  Stedelijk Museum aan 

Rooyens naar aanleiding van de manifestatie;  '  Kunst voor Televisie ' :  

'Een van de onderdelen is een selectie van historische kunstprogramma's uit  

verschillende Europese landen. Voor Nederland is er door ons, na het bekijken 

van de vele producties, een selectie gemaakt van naar onze mening 

belangwekkende kunstprogramma's en vernieuwende Tv- programma's. 

Tot die selectie behoort het door U vervaardigde ' Moef GaGa ', aflevering 

Batman.  

In de loop der jaren, krijgt Rooyens van bewonderaars, critici en criticasters 

talloze etiketten en bijnamen:  Salvador Dali van de televisieregisseurs, 

Tv-beelden goochelaar, Avro-pionier, Bussums BeatBoy nr.1, Een opvallertje, 

veeleisende 1.95m lange blonde dictator, Formule Rooyens, Rooyaanse effecten, 

Aparte Rooyens-signatuur, Maestro Bob, De effectenmakelaar, jonge blonde 

zoekende Steenbok-regisseur, Pop-Artregisseur, de man met  de wiebelende 

beelden, de Meester, de Bob Rooyens show, Tovenaar met  techniek, inventieve 

Rotterdammer, omstreden topregisseur,  de angry young man, de Rooyens touch, 

componist van schitterende beelden, de Kees van Dongen van de TV, fel en 

geestdriftig, een bezeten kunstenaar, een rechtgeaarde individualist, brouwt als 

een magier, een bezeten regisseur, de Duitse Nederlander, een vakman, de pionier, 

' onze '  Bob, een groot kunstenaar, veelbelovende regisseur, jongleur met

 beeldtrucmogelijkheden, veelzijdig ' stukkenmaker ', de man met de 

verschrikkelijke flitsbeelden, kort aangebonden Tv-fenomeen, Nederlands 

succesrijkste tv-regisseur in het buitenland, karakteristieke signatuur, aan 

Duitsland uitgeleende blonde reus, gaat te werk als een schilder met zijn palet, 

grote kunst als kleurenrealisator, Rooyens groeit naar meesterschap, internationaal 

gevierde man, het voormalige wonderkind, Goliath met de kop van een Griekse 

wijngod, een ongevoelige zelfverzekerde vakman,  Rooyens die bewust sociaal 

denkt en zich opwindt over het minimumloon, het maximumloon, tovenaar Bob, 

een effectenjager als Karel Appel, de man van de wilde beelden, Bob ' Top of 

the bill ', topregisseur, meesterregisseur,  een ware kunstenaar, professor in deze 

business, de ongekroonde koning, deze week is duidelijk geworden dat Rooyens 

in andere landen beschouwd wordt als een soort God de Vader, programmamaker 

die obstakels niet uit de weg gaat, de Fellini van Hilversum, Nederlands meest 

barokke televisieregisseur, beeldenmagier, talentvolle beeldenmaker, bezielde 

vakman, de onbetwiste pionier van de virtuele werkelijkheid, de vader van het 

andere televisiemaken. 

Ein groszer im Schau-Geschaeft, Groszmeister Rooyens, Eigenwilliger Show-

Regisseur, den vielgelobten Hollaender, einfallsreichen Regisseur, eine

typischen Rooyens-Kulisse, ein Showman mit Ideeen, der laessige Bob,

Hollands Popregisseur, der begabte Hollaender, Regie-wunder aus Holland

vielversprechendes Nachwuchs-Talent auf dem Gebiet progressiver

Fernseh-Unterhaltung, Erfinder optische Alptraeume, der einfallsreiche

Magier des elektronischen Mediums, wohlrenommierte Hollaender, einer der

bekanntesten Europaeischen Fernseh-Unterhaltungsmacher, ein beliebter

Regisseur in Koeln, der trickreiche Hollaender, das Rooyens-Rad, der

schwingenden Hollaender, der Starmixer unter den Show-Regisseuren, der

flimmernde Hollaender, BlueBox-Boy, Elektronischer Buhmann, verschrien

und verehrt, Bildschirm-Magier und Elektronik-Kuenstler, vom Show-

Elektroniker zum Show-Mahler gewandelt, eigenwilliges TV-TrickTricktechnik-Genie

Rooyens begon zijn carriere bij de Avro, maar werd al snel freelancer.  

Belangrijke producties zijn onder meer:  Hoofdstuk, Moef GaGa, Vers:, Dusty, 

Männer wir Kommen, Esther Color, Berlin Berlin, Liesbeth & Ramses,  

HerzDamen, Das Deutsche neue Design, Dr. Winter, It's all in the game, Lulu,  

Macht hoch die Tuer, die Tor macht weit, Antigone, Summernight Dreams, 

Kinderen voor Kinderen, The Young Messiah, Get up Early, Krieg und 

Frieden. [1]

Omroeploopbaan

Op 18 juni 1962 zijn op de AVRO-radio vakantie-impressies te horen 

vanuit Parijs in 'Eigen weg, een zomers half uur voor twintigers '. 

Rooyens schrijft de teksten onder de naam Serge van Wijngaarden, een 

pseudoniem waar hij vaker gebruik van zal maken. 

Op 25 juli maakt Rooyens samen met zijn collega Roelof Kiers: 'Naar mijn idee' 

meningen van jongeren op film anno 1962. Een van de jongeren, die door Rooyens 

en Kiers daarbij stevig aan de tand wordt gevoeld is de jonge student politicologie 

Hans Wiegel. Het eerste serieprogramma dat hij als jongste regisseur voor de AVRO 

verzorgt, is "Club Domino" (1962). In deze muziekprogramma's staan Franse 

sterren centraal. Zo maakt Rooyens onder andere opnames met: Patachou, 

Jacques Brel, Juliette Gréco. De regisseur had de beschikking over drie camera's. 

De bedrijfszekerheid liet nog wel eens te wensen over. Bij de live-uitzending met 

Juliette Gréco vielen 2 camera's uit en kreeg de derde een lekke band. 

Rooyens gebruikte zijn camera's intensiever, maakte meer gebruik van de ruimte. 

Zijn cameravoering was afwisselender en dynamischer. Hij gebruikte andere 

perspectieven dan gebruikelijk en hanteerde een hoog tempo in de snelheid en 

variatie van zijn beeldregie. 

Dat leidde bij Jacques Brel, tot nooit eerder vertoonde dialoogshots met zichzelf,  

dromerige poetische overgangen via een wegpannende camera naar zwart en een 

opkomende camera met een ander perspectief uit zwart. 

Bewuste overvloeiers van focus naar defocus naar focus. 

Bij het lied Les Bourgeois werkte Rooyens met provocerende foto's en  in Le Pendu

bungelde Brel met zijn hoofd als gehangene in een strop. 

Het was voor velen een schokkende belevenis. 

Niet iedereen van de AVRO-leiding is enthousiast over de  voor die tijd onorthodoxe 

wijze waarop Rooyens de artiesten in beeld brengt. Televisiedirecteur Siebe van der 

Zee overweegt na het programma met Brel, Rooyens zelfs te ontslaan. 

Vanwege de lovende reacties in de pers komt het overigens niet zover. Tv-criticus  

Nico Scheepmaker over de uitzending: 'Maar daar  was ook een regie – Bob Rooyens – 

zo perfect, zo rijk aan vondsten dat geen nuance verloren ging. Cameravondsten als 

het spel met het touw in ' Le Pendu ', de perfecte warming-up, de charmante 

explicatie van Denise Maes '  


Rooyens, zelf als werkstudent in Parijs (1958) ook straatmuzikant geweest,  

maakt in 1962 de documentaire: ' Toonkunst op de keien '. 

Mies Bouwman doet de interviews.  

Op 28 februari 1963 regisseert Rooyens een door Jan Blokker geschreven 

gedramatiseerde documentaire gewijd aan het fenomeen filmster in de serie: 

‘Voor de vrouw”. 

In mei beginnen de opnamen voor een zesdelige tv-komedie: 

"Met 24 pk door Europa". De serie volgt een gezin (gemodelleerd naar de auteur 

van de serie, Mazure) dat met een krakkemikkig autootje door Europa  reist.

Hoofdrolspelers zijn Ko van Dijk, Teddy Schaank en Simone Rooskens.  

De serie haalt de eindstreep niet.  

Bij aflevering 4, besluit de Avro programmaleiding dat de kwaliteit van de  scripts 

te laag is, om er mee door te gaan.  


Op 1 november 1963 staat Rooyens aan de wieg van het programma dat zal 

uitgroeien tot een van de legendarische series uit de Nederlandse televisiegeschiedenis:  

'Voor de Vuist weg'. Ger Lugtenburg,  Avro's programmaleider kwam met het idee 

voor deze eerste Nederlandse talkshow. 

Een orientatiereis door Amerika, had Lugtenburg enthousiast gemaakt over NBC's  

Tonight Show . Populair geworden door Steve Allen, overgenomen door Jack Paar 

en opgevolgd door Johnny Carson. Lugtenburg zag in het programma het ideale 

vehikel voor  Willem Duys. De Vuist, moest live en verrassen met gasten uit alle 

geledingen van de maatschappij. De locatie werd Theater Concordia in Bussum.  

Willem had  geen groot verlangen naar redactionele betrokkenheid. De mantra van  

Duys luidde voor de samenstellers:  een oude man,  een kind en een dier. 

Het programma werd tijdens de rijsttafel voorafgaand aan de uitzending met hem 

doorgesproken en dat was genoeg. Willem vertrouwde op zijn intuïtie.  

De productie en redactie in het eerste jaar, was in handen van Rooyens en Oster

Daarnaast deed  Rooyens de regie en vormgeving. Dat laatste was simpel en basic. 

Op het kale toneel stond een tafel met een paar stoelen. Op tafel, kannen met water, 

jus d'Orange, koffie en heet water voor thee. 

Verder was er een wijntje en een versnapering. Duys zou als een goed gastheer 

betaamt, zelf zijn gasten verzorgen.  

Er was een plekje voor een combo en verder een lege bühne, de originele 

trekkenwand van het theater en een kale stenen achtermuur.  

De goudvis, die tot het ikoon uitgroeide van het programma was een min of meer 

toevallig rekwisiet dat als vanzelfsprekend paste bij de huiselijke 'gezelligheid' van 

theelichtje en jus d' orange. 

De eerste uitzending, liep totaal uit de hand. Het was overgeproduceerd met teveel 

gasten en eindeloos lange gesprekken. Het programma was gepland  tot elf uur, 

maar liep uit tot ver na middernacht. 

Tot slot belde  Willem  met zijn moeder en vroeg wat ze er van vond.  

Hij werd als een kind door haar bestraffend toegesproken. 

Het publiek vond ' t geweldig.

De positie van de televisie-regisseur was de eerste 30 jaren totaal anders dan nu.  

Ideeën voor programma's begonnen veelal bij de regisseur. De regisseur beheerde 

het budget, bepaalde met zijn designers de artdirection, engageerde de 

medewerkenden, was de uitvoerend producent, producer, eindredakteur en 

regisseur.

Rooyens' eerste programma als regisseur/producer is op 27 juni 1962 en is, ironisch 

genoeg, de finale van de Opreghte Amateur. Het programma dat hij zeven jaren 

eerder in Theater Marcanti in Amsterdam, met zijn Loyal Trio gewonnen 

had. De Haagsche Courant schreef naar aanleiding van die uitzending: 

De finalisten van de Stichting d ' Oprechte Amateur werden fraai in een lijstje gezet, 

met zoveel zorg en talent was men geneigd te denken, dat de omlijsting het ingelijste 

soms overschaduwde. Regisseur Bob Rooyens (een ouwe lente, een nieuw geluid) 

had waarlijk eer van zijn werk. 

De Telegraaf: Het voordeel van zo ' n televisieprogramma als waarmede de Avro, 

de avond om zeep hielp, is altijd, dat velen zich realiseren iets beters te doen te 

hebben. Het meest oorspronkelijke bestanddeel kon men met wat goede wil het 

aaneen rijgsel noemen, waarin de Avro haar beste amateurs op het miljoenenpubliek 

losliet.

De ontwikkeling in vormgeving, ingezet bij Hoofdstuk zette zich 

door in Moef Ga Ga, de eerste continentale televisie-popshow. 

Op 17 april 1964 regisseert Rooyens in Carré de Sammy Davis Show.

Furore maakt Rooyens met de serie Hoofdstuk 1964-1965. 

Samen met de beeldend kunstenaar Armando, de schrijver  

Hans Sleutelaar, de graficus en cartoonist Frits Müller, decorontwerper Massimo Götz en Jef de Groot als aanjager 

en co-producer ontstond een nieuwe vorm van televisie.  Vormgevingsexperimenten die volkomen afweken van de gangbare  opvattingen. Technisch kon televisie in die periode niet veel meer dan het affotograferen van een gebeurtenis.

Rooyens bedacht spiegeldozen, roltonnen, beeldcomposities met

levensgrote maskers, en maakte 'composites avant la lettre' met

behulp van monitoren en Eidophor's. (Eerste zwart/wit

grootbeeldprojectoren)

In Hoofdstuk werd voor het eerst bewegend licht ingezet. Het was in de 

meest primitieve vorm, maar het bewoog en was een tot dan toe 

onbekende toevoeging aan televisievormgeving.

Rooyens maakte van dit balkendak een maquette. (Lucifers door een stukje karton.)

Licht uit, zaklantaarn aan. De lamp bewoog over het dak. De schaduwen bewogen

over de vloer. Het idee voor bewegend licht was geboren. Belichter Henk de Rover,

liet een rail bouwen waaraan de spot door zijn assistent Oler ter Kuile, heen en weer

getrokken werd. Die legendarische handeling bezorgde hem de koosnaam Oler en

de vliegende 5KW. Daarna werd de vliegende 5KW nog regelmatig ingezet, zoals te

zienis bij het ballet rechts.

        

Verder ontwikkelde en gebruikte Rooyens de creatieve

mogelijkheden die in het technische medium tot dan toe 

verborgen en ongebruikt waren gebleven. 

Hoofdstuk III Jazz, werd door de NTS hors concours ingezonden

naar het Gouden Roos Festival in Montreux. Het zorgde daar voor

veel ophef en discussie. Naast de Internationale collega's die de 

nieuwe manier van televisie maken enthousiast omarmden waren

er ook de meer conservatieven die televisie meer zagen als een

technisch doorgeefluik. Bij Hoofdstuk VI Crime, dat een jaar later 

als nationale inzending naar Montreux werd afgevaardigd, laaiden 

de discussies weer op. Het programma viel niet in de prijzen, maar

Rooyens naam was  internationaal een begrip geworden.


In 1965 produceert en regisseert hij: ‘Dit is Tonvan Duinhoven ‘. 

Een muzikale literaire fantasie rond Ton van Duinhoven , geschreven door Remco Campert, met Kitty Courbois en de Ruud Bos Big Band .

Kitty, in de 'storytelling' de scriptgirl, verhaald In monologues Interieur

over haar liefdesrelatie met Ton. Haar terugblik op hun relatie. leidt 

tot de onontkoombare conclusie, dat haar liefde voor hem voorbij

is.

Tijdens het werken met de muzikanten op de studiovloer, richt Ton 

zich regelmatig even, via de camera tot Kitty in de regie. 

Gemaakt opgewekt, intuïtief aanvoelend welk proces zich in Kitty afspeelt, eindigt voor Ton de opname in de onafwendbare tragiek 

van een gebroken liefde

In een interview in het tijdschrift Wereldkroniek vindt Rooyens de

formule verrassender dan die van het ook op de Nederlandse

buis verschijnende Amerikaanse Shindig. [2] 

Moef GaGa had in tegenstelling tot Shindig voor elke aflevering  

een ander decor met een andere dynamiek en een ander verhaal. Dat varieerde van een parodie op de Batman serie, tot een  aflevering geheel in het teken van Op-Art.

De decorschilder die, net aangenomen door de NTS, de klus moest

klaren verdween na het zetten van duizenden lijnen, rechthoeken 

en cirkels volkomen in de war in de ziektewet.

        

De tekst van de herkenningsmelodie is van Rooyens; de muziek 

van Ruud Bos. De eerste uitzending van dit maandelijkse

programma was op 21 oktober 1965; de laatste op 1 mei 1968. 

Befaamd in de door Rooyens bedachte formule zijn de Beatgirls.

[3]

Aanvankelijk Engelse danseressen onder leiding van de Amerikaanse 

choreograaf Gary Cockrell, later vervangen door danseressen 

afkomstig van het Nationaal Ballet

De studiodecors zijn aanvankelijk van de hand van Massimo Gotz 

en later van Roland de Groot. Vooral de op Batman geïnspireerde 

aflevering is typerend voor het vroege werk van Rooyens. 

De door de superheld geuite kreten, zoals: Wapp!! Voom!! en Klang!! 

worden, grafisch flitsend in beeld gebracht.

De NTS zendt deze aflevering in 1967 als Nederlandse inzending 

naar Montreux. [4]

Rooyens valt op dit tv-festival in Zwitserland niet in de prijzen, 

maar de inzending is wel de aanleiding voor het ZDF om hem te

vragen iets soortgelijks in Duitsland op te zetten.

Ook in 1968 regisseert hij de afleveringen van Moef Ga Ga.

De presentatie is in handen van diskjockey Willem van Kooten. [5]



        


Grafisch ontwerper Jaap Drupsteen noemt Rooyens ' de onbetwiste 

pionier van de virtuele werkelijkheid in Nederland ‘. Journalist  

Henk van Gelder meent dat ' Rooyens al clips maakte voordat 

iemand nog maar van dit fenomeen had gehoord '.

De Supremes waren zo onder de indruk van de manier waarop 

Rooyens ze in beeld had gebracht, dat hij gevraagd werd om als

vaste regisseur met ze mee te reizen in hun trips around the 

world. 

Het leek Rooyens niet zo’n aantrekkelijke gedachte om altijd maar 

weer dezelfde liedjes op dezelfde manier in beeld te moeten

brengen, dus hij bedankte voor de eer.

In Studio Hamburg begint in 1967 zijn Duitse carriere met een 

serie magazine-achtige popshows voor het ZDF.  4.3.2.1. Musik 

für junge Leute. Het programma is zeer succesvol,  nieuwe 

popfenomenen als Jimi Hendricks en David Bowie verschijnen  

voor zijn camera's.  

Toch verloopt de samenwerking met het ZDF moeizaam. Men

haalt  Rooyens naar Duitsland, vanwege zijn handschrift, zijn 

authentieke  manier van programma-maken, maar  toch wordt er 

steeds meer druk op  hem uitgeoefend om niet al te progressief  

te zijn. De situatie escaleert bij een citaat uit een klassieke 

slapstickscene. De ZDF-redacteur vindt dat met taarten niet

gesmeten kan worden. Dat is  voedsel en in India leiden mensen

honger. Rooyens stelt voor om deze compassie met de

noodleidende medemens te honoreren met een daad  en niet  

met hypocriet geklep.

Zijn voorstel luidt: Laat een aflevering vervallen, ga een uur op 

zwart en stuur het budget  naar India. Ondanks die spanning,

wil het  ZDF, hem graag behouden. Hij krijgt een contract voor 

5 jaar aangeboden, maar weigert.

Dan meldt zich in 1968  de  WDR bij  Rooyens. Dat blijkt de 

zender te zijn, die bij  hem past en die hij tot op de dag van

vandaag, trouw is gebleven.  


Rooyens maakt in die (zwart/wit) periode talloze programma’s in 

allerlei genres. Klassieke concerten met het Concertgebouw

Orkest , Drama met Ko van Dijk en met Koen en Richard Flink . Weekend Shows met Johnny & Rijk

Voor het theater regisseert hij Shaffy Chantant.  

Hij produceert en regisseert shows met Sammy Davis, Mireille 

Mathieu, The Who, The Bee-Gees, Stevie Wonder, Dakota  

Staton, The Supremes en blijft daarbij ook actief als schrijver 

van meer literaire  shows. Met o.a. een piepjonge  Willem Nijholt 

(Stolen Moments), Marijke (Merckens) en  de vrouw van de jaren 

60: Felicity. 

Hij vertaald de tijdgeest in ' Flowerpowerproducties als 'Love-In'  

en het  idioom van  de Jazz en de Beatnik in  'Hip'  .

Op 14 september 1966 maakt Rooyens, op uitnodiging van

Philips, in de  studio van  het natuurkundig laboratorium in 

Eindhoven een experimentele  uitzending in kleur,  onder de titel  

'Hoofdstuk Kleur'.

Uit nieuwsgierigheid vraag hij aan Ir. Tan, de grondlegger van 

Philips' kleurentelevisie om het beeld van 1 van de drie kleuren-

buizen te spiegelen. Tan vond  het wel een intrigerende gedachte

en soldeerde de schrijfrichting  van één buis om. Het resultaat 

was voor iedereen verbluffend en een ondersteuning van 

Rooyens' these, dat de televisietechniek een authentieke 

creatieve  component bezit.

De uitzending was ook voor de technici een hoogstandje omdat 

voor het  eerst in de geschiedenis van de kleurentelevisie een

programma ‘live’ bilateraal werd uitgezonden naar een ander 

Europees land. Zweden)  


In 1967 is Rooyens na Ger Lugtenburg en Jef de Groot, de 

regisseur die de Weekend Shows met Johnny Kraaykamp en  

Rijk de Gooyer produceert en  regisseert. [6]

Deze shows worden om de twee weken (nu onder de titel  

Johnny & Rijk (een paar apart) afgewisseld met een  serie van 

de Mounties. 

De zes afleveringen ‘De man zonder hoofd' met het duo Piet 

Bambergen en Rene van Vooren staan aanvankelijk ook onder 

regie van Rooyens. [7]

Na de eerste aflevering vreest Rooyens een loyaliteitsconflict

met Kraaykamp en de Gooyer. Hij draagt om die reden het vervolg  

van de serie met de Mounties over aan de zojuist  als regisseur 

bij de Avro in dienst getreden Guus Vertraete. In datzelfde jaar 

regisseert en produceert Rooyens naast shows met o.a. 

Tom Jones, Boy's Big Band, Nina Simone en Aretha Franklin een

serie spraakmakende discussie programma's met  Ds. Barthold 

van Ginkel onder de titel:  'Twistgesprekken met God '.

      

In 1968 benadert de  Westdeutsche Rundfunk, (de grootste 

zender van het eerste Duitse net) Rooyens om een serie 

kritische jongeren programma's te maken.[8]

(Baff) Het satirische en kritische karakter van het programma 

leidde ertoe dat de programmaleiding van de WDR, die het programma voluit steunde, nogal eens onder druk kwam te staan van de WDR-Programmaraad. Een uit verschillende maatschappelijke stromingen samengesteld gremium, waarin het moralisme en conservatisme een 

zeer actieve vertegenwoordiging had. Dit leidde uiteindelijk tot censuur 

van een programma-item.

In de uitzending vervangt Rooyens het item door zwartbeeld

met een countdown van de lengte en de tekst ' Zensuriert '.

De commotie die daardoor ontstond genereerde veel publieke 

aandacht en verzet tegen het regenteske karakter van de 

programmaraad. 

Het programma werd verder met rust gelaten.



       

Rooyens zou in de loop der jaren in opdracht van de publieke 

omroep een aantal muziekprogramma's regisseren. Opmerkelijk

hierbij is het genre (varierend van klassiek tot jazz tot pop). Zo

maakt hij in november 1967 een special met Nina Simone en 

het orkest van Boy Edgar .

 AVRO-directeur Van der Zee is enthousiast over het resultaat.

        

Nina meets Boy

In 1968 volgt de documentaire “Session’ over Boy Edgar, die met zijn band in het Bavo-huis in Amsterdam werkt aan de opname van een LP met Maynard Ferguson. Een beroemde jazztrompettist.

De opname zou uiterlijk 23:00 uur klaar moeten zijn, maar duurde

nog tot de volgende ochtend. Er is plezier er zijn spanningen.

Tijdens de nachtelijke uren druppelen onverwachte gasten binnen,

waaronder de wereldberoemde tenor-saxophonisten Ben Webster en Don Byas, Ramses Shaffy, Betty Carter. [9]


In december 1968 doet Rooyens de productie en regie van:

: Vers 1 (AVRO).  :Vers  is het vervolg in kleur van  Hoofdstuk .  

Massimo Götz  verzorgt het decorontwerp, de grafische vorm-

geving is van Hans de Cocq en de choreografie is in handen 

van Gary Cockrell.  

Het betreft o.m. de vertolking van een gedicht van Armando

De teksten worden gelezen door Marja Habraken en Jef de 

Groot . 

De muzikale implementatie komt van Ann Burton, Shirley en het  

Trio Louis van Dijk. Over dit programma merkt  Rooyens op: 

'Wat ik maak is niet een programma in kleur, maar een 

programma  van kleur '.  

Op 28 mei 1968 komt  :Vers 2 op het scherm.

:Vers ' was evenals ' Hoofdstuk 'een literaire vorm van  entertainment. Referenties aan literatuur, muziek en beeldende  kunst werden gebonden door een thematiek. De vormgevings- identiteit van het medium wordt verder ontwikkelt, maar nu met  

een grotere range aan technische faciliteiten en mogelijkheden.

Rooyens gebruikte als basis wit en zwart. Kleur kreeg daardoor  

een eigen intensiteit en betekenis. I

n de aflevering ' Angst en Geweld ' citeert hij onder meer uit het 

werk van Max Ernst.

        

De eerste grote show die hij in 1969 voor de WDR regisseert is

rond de Engelse wereldster Dusty Springfield. Die show onder 

de titel 'Dusty' wordt door de televisiebazen aangewezen als de 

Duitse nationale vertegenwoordiging op het Gouden Roos Festival .

 Onder collega's en de pers opnieuw gedoodverfd als de winnaar, 

wordt tot algemene verontwaardiging opnieuw een 'Rooyens' 

afgescheept met een eervolle vermelding.

Wereldkampioen Karate,  John Bluming vocht aangejaagd door

opzwepende percussie in een witte scene, in een wit pak tegen 

rood aangeklede tegenstanders. Rooyens had voor deze scene

een nog nooit eerder gebruikte opnametechniek bedacht. De

opnameband  liet hij over twee machines lopen. De eerste 

machine nam het beeld op en de tweede gaf het weer. Die 

weergave werd doorgelust aan de eerste machine, waardoor een 

vertraagd en in beeld iets verschoven herhalingseffect ontstond 

dat de actie dramatisch verhevigde.

De vertraging beliep een vaste tijd. Namelijk de tijd die de tape

erover deed om van de opnamekop van machine 1 te arriveren

bij de weergavekop van machine twee. Rooyens wilde die

(loop)tijd kunnen varieren. De oplossing lag in het fysiek

wegsturen van het signaal. Omdat satellietverbindingen niet 

bestonden en de beschikbare lijnen voor televisie-uitwisseling 

zeer kostbaar waren werd een simpel alternatief gebruikt. 

Tussen de studio in Hilversum en de oude studio's in Bussum 

bestond een lijnverbinding. Door het signaal uit Hilversum heen 

en weer te blijven sturen, ontstond een vertraging. Door het aantal 

heen- en weerzendingen te varieren kon ook de lengte van de 

vertraging gecontroleerd worden.


Kleur professionaliseerde ook het gebruik van key-effecten.  De 

veelal onzuivere en rafelige helderheids- (luminanz) key kon

bij kleurentelevisie worden vervangen door de chroma-key. 

Rooyens was pioneer  op dat gebied.

Studio A van de  WDR in Keulen werd op zijn verzoek en in 

samenwerking met zijn vaste technische crew, waarin Technik-

Ingenieur Klaus Kossmann een sleutelrol vervulde, technisch 

aan de wensen van Rooyens aangepast. 

Speciaal licht, speciale horizons, speciale bodemplaten, dubbele 

chromakeyers, coxbox en schakelaars in de camera's om de 

verschillende elektronenbuizen aan en uit te kunnen zetten etc.


Rooyens reist in 1969, naar aanleiding van de zeventigste 

verjaardag van jazzcoryfee Duke Ellington naar Amerika.

In Las Vegas wordt pianist, componist, arrangeur en orkestleider

Ellington op de voet gevolgd. 

In juli en augustus volgen het Modern Jazz Quartet en de Ray

Charles Big Band.

       

Een absoluut hoogstandje qua regie is de op 11 februari 1969

uitgezonden en slechts in 2 studiodagen geproduceerde

muziek- special rond Liesbeth List. De Liesbeth List-Show vormt 

opnieuw  de inzending voor Montreux. Hier haalt de AVRO-productie

de ' Rose de la Presse ' van de persjury en een eervolle vermelding  

van de reguliere jury. Bij de bekendmaking daarvan werd de reguliere

jury getrakteerd op afkeurend geroep door het overgrote deel van de

aanwezige programmamakers. Later dat jaar volgt alsnog de

internationale erkenning en waardering. De ' Liesbeth List Show ' 

wordt uitgeroepen tot winnaar van het  Hollywood Festival of World

Television . Een Festival waarvoor uitsluitend programma's worden 

uitgenodigd, die elders in de wereld al een prijs hebben gewonnen.

        

Liesbeth List Show (1969)

In november 1970 zendt de AVRO, het in 1969 voor de WDR-Bavaria geproduceerde Esthercolor uit, een vijftig minuten durende special rond de Israelische zangeres Esther Ofarim. Het is een ontroerende show rond een multi getalenteerde internationale beroemdheid, dit  keer niet met televisiecamera’s maar met 35mm filmcamera's  gedraaid. 

De show kreeg een extra emotionele lading omdat Bob Rooyens Esther, 

na haar scheiding van echtgenoot Abi, voor de eerste keer solo voor de Duitse televisie wist te brengen. Het regiewonder uit Holland, zoals onze oosterburen hem omschrijven zorgt, voor een pop-spektakel van internationaal niveau, een delicatesse. [10]

De productie wordt door London Weekend TV ook uitgezonden als 

één van ’s werelds beste programma’s. [11] 

Esther Color (1970)

De Bavaria-Studio's in München behoren tot de belangrijkste film studio's in Europa. De buitengewoon succesvolle en in de  persoonlijke verhoudingen zeer prettige samenwerking, leidde ertoe dat Rooyens de aanbieding kreeg, om binnen Bavaria een eigen unit te gaan leiden. Later aangevuld met het aanbod om chef Unterhaltung te worden.

Zijn relatie met de actrice Marja Habraken (hoogst zwanger van  hun

eerste kind) maakte een permanente verhuizing naar München tot een

lastig dilemma. Haar carrière in Nederland verliep zeer succesvol. Om

die op te geven en in Duitsland te gaan wonen om daar eventueel

een nieuwe carrière op te bouwen, was een offer dat niet verlangd mocht worden vond Rooyens en bedankte voor de eer.

Wel bleef de band met Bavaria behouden en maakte hij voor die Studio nog meerdere programma's, waaronder in coproductie met de Avro 6M2-NAP 'Beat behind  he dykes '. Een popspektakel dat alles omvatte wat op dat gebied in Nederland enige naam en faam had.

De finale vond plaats in het IJsselmeer. Kilometers uit de kust, waar

desondanks het water niet hoger stond dan 60 cm. Voortgetrokken door een (als locomotief aangeklede) tractor, werden tientallen muzikanten, solisten, bands en dansers in wagonnetjes uit het kinderpretpark Oud Valkenveen naar de plaats van de opname gebracht. Omdat de podia net onder of tegen de waterspiegel aanstonden waren ze nagenoeg onzichtbaar. De muzikanten

en dansers zweefden optisch op het water. Elektronische hand-camera's bestonden niet. De opname werd met meerdere 35 mm filmcamera's gedraaid. Dynamische  beelden kwamen van een helikopter en van 

camera's in speedboten.

Helaas was de tractor, nadat de artiesten waren afgeleverd, kapot gegaan en in het water blijven steken.

Dat leidde ertoe, dat na afloop van de opname de popartiesten met de

instrumenten boven het hoofd een paar  kilometer door het IJsselmeer

moesten waden om weer aan land te komen. Er zijn aansluitend aan de opname,wegens grieperigheid  en verkoudheidsproblemen vele

optredens afgelast.

Op 30 december 1970 werd  6m2 NAP (Beat behind the dykes) uitge-

zonden.


Bij de  WDR kreeg Rooyens van de Hauptabteilungsleiter Unterhaltung und Fernsehspiel Hannes Hoff, alle vrijheid om zijn ideeën en creativiteit te ontplooien.

Dat resulteerde in een serie programma's die als hoogtepunten in de

creatieve ontwikkeling van televisie in die periode geboekstaafd zijn.

De programma's werden in vele landen  uitgezonden.

Er werden verschillende internationale seminars aan het werk gewijd

(o.a. in Montreux) en programma's als o.a. 'Dusty ‘, ‘Männer wir Kommen’, ‘Heidi’, Vivat Vivi’, worden internationaal gebruikt als lesmateriaal op televisie- en filmacademies.

Label 1